WAARSCHUWING
Gebruik een leidingzoeker voordat de benodigde gaten in de wand worden geboord om
stroomkabels en leidingen in de wand op te sporen, zodat onnodige beschadigingen van de wand
en gevaarlijke situaties worden voorkomen.
a.
Breng de installatieplaat
rond de installatieplaat aan. Zie afbeelding 8
b.
Als de wand is gemaakt van baksteen, beton of een vergelijkbaar materiaal, dienen acht gaten met
een diameter van 5 mm in de wand te worden geboord. Breng de pluggen
bevestigingsschroeven
c.
Monteer de installatieplaat
G
OPMERKING
Monteer de installatieplaat en boor gaten in de wand in overeenstemming met het materiaal
van de wand en de desbetreffende bevestigingspunten op de installatieplaat. (afmetingen zijn in
"mm" tenzij anders aangegeven).
S3425
S3425
90
SC3425
SC3425
40
133
1
112
horizontaal op een voldoende stevige wand aan en houd een ruimte
aan.
op de wand met acht schroeven van het type "A"
Correcte montage
van installatieplaat
Afbeelding 8
70
70
750
920
50
voor de desbetreffende
.