e.
Voer de leidingen, de stroomkabel en de condenswaterslang door het gat in de wand.
G
TIP
Het leidingwerk, de stroomkabel en de condenswaterslang kunnen gemakkelijker worden
aangebracht door de binnenunit aan de onderzijde ongeveer 5 cm van de wand af te trekken en
deze ruimte tijdelijk op te vullen met een opvulmateriaal zodat de unit niet tegen de wand terug
zakt zie afbeelding 3.
f.
Sluit de koudemiddelleidingen, de stroomkabels en de condenswater afvoerslang aan op het
binnendeel. Zie hoofdstuk 8.2, 9, 10 en 11.2.
g.
Plaats het buitendeel zie hoofdstuk 5.2.
h.
Verbind de leidingen en de stroomkabel met het buitendeel. Zie hoofdstuk 11.2.
i.
Vacumeer het koelcircuit. Zie hoofdstuk 12.
j.
Controleer het koelcircuit op aanwezigheid van lekkages. Zie hoofdstuk 13.
k.
Controleer of de gehele installatie goed is geïnstalleerd.
l.
Sluit de stekker van de voedingskabel op de stroomvoorziening aan (S3448 - SC3448 - S3464)
modellen dienen direct op de voedingsbron te worden aangesloten zonder gebruik te maken van
een stekker.) en controleer de airconditioner op een goede werking. Zie hoofdstuk 15.
5.
PLAATSBEPALING VAN DE BINNEN- EN BUITENUNIT
5.1 Plaatsbepaling van de binnenunit voor de S34xx en SC34xx modellen
•
Stel de binnenunit niet bloot aan warmte of stoom.
•
Kies een plaats waar zich geen obstakels voor of rondom de unit bevinden.
•
Zorg ervoor dat condenswater continu omlaag kan worden afgevoerd.
•
Plaats de unit niet in de buurt van een deuropening.
•
Zorg ervoor dat de ruimte links en rechts van de unit meer dan 12 cm bedraagt. Zie afbeelding 4
•
Gebruik een leidingzoeker om leidingen en / of elektrische kabels op te sporen, zodat onnodige
beschadiging van de wand kan worden voorkomen.
•
De binnenunit moet op de wand worden geïnstalleerd op een hoogte van ten minste 2,3 meter van
de vloer. Zie afbeelding 4
•
De binnenunit moet zodanig worden geïnstalleerd, dat een minimale afstand tot het plafond van
15 cm wordt aangehouden. Zie afbeelding 4
1
108
.
Bovenste haak
Onderste haak
Opvulmateriaal
Afbeelding 3