VOORZICHTIG
Bij het omleggen van de duwboom voor transport- en opslagdoeleinden kan de
boom bij het losdraaien van de gerande moeren (A) B4 en na het verwijderen
van de gerande moeren (C) en slotbouten (D) C4 onverwacht omslaan.
Bovendien kunnen er drukplaatsen met pletgevaar ontstaan tussen het onderste
en bovenste deel van de duwboom en de behuizing. Er bestaat
verwondingsgevaar!
BELANGRIJK Let erop, dat de kabel bij het uit elkaar- en dichtklappen van de
stuurbomen niet ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt kan worden! De
kabel altijd aan van de buitenkant van de boomverbinding leiden. Een
beschadigde kabel kan tot een technisch defect van de machine leiden.
Transport en beveiliging van het apparaat
–
Als het apparaat wordt gedragen, neem het dan vooraan vast aan de stalen
behuizing en achter aan de wielkast.
Houd bij het optillen of dragen rekening met het gewicht van de machine (zie
Technische gegevens). Het optillen van zware gewichten kan problemen met de
gezondheid veroorzaken.
Wij raden aan om het apparaat altijd met minstens twee personen op te tillen of te
dragen.
–
Het apparaat op alle 4 wielen staand transporteren, om brandstofverlies,
beschadigingen van de machine en verwondingen van personen te vermijden.
–
Het transportmiddel parkeren op vlakke ondergrond, opdat het apparaat niet kan
wegrollen voordat het wordt vastgezet.
–
Het apparaat met toegelaten borgmiddelen (bijv. sjorriemen met spanelement)
veilig bevestigen op of in het voertuig. Sjorriemen zijn banden van synthetische
vezels. Elke sjorriem is gekenmerkt met een etiket. Het etiket geeft belangrijke
informatie over het gebruik. De aanwijzingen op dit etiket moeten bij gebruik van
de sjorriem in acht worden genomen.
–
Bij ladingen die kunnen rollen wordt aanbevolen om ze direct vast te sjorren met
vier spanriemen. Beveilig het apparaat aan de wielen zo, dat het zich tijdens de rit
niet beweegt.
OPGELET
De riemen niet te strak aantrekken. Als het apparaat te strak wordt vastgezet, dan
kunnen beschadigingen het gevolg zijn.
Onderhoud van de messenbalk
Een scherp mes garandeert optimaal snijresultaat. Controleer elke keer voordat u gaat
maaien de toestand en de goede bevestiging van het mes. De bevestigingsschroef van
het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid. Als
de messchroef te los of te vast wordt aangedraaid, dan kunnen meskoppeling en
mesbalk beschadigd worden of loskomen, hetgeen zware verwondingen kan
veroorzaken. Een versleten of beschadigd mes moet absoluut worden vervangen
Bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk
WAARSCHUWING
Het bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk steeds door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren. Een ondeskundig geslepen en niet
uitgebalanceerd mes kan sterke vibraties veroorzaken en de gazonmaaier
beschadigen.
Vervangen van de messenbalk
WAARSCHUWING
Het vervangen van de mesbalk moet absoluut worden uitgevoerd door een
geautoriseerde vakwerkplaats. Door een verkeerd geassembleerde meskoppeling
of door een te vast of te los aangedraaide messchroef kan de mesbalk loskomen,
hetgeen zware verwondingen tot gevolg kan hebben.
–
Bij de vervanging alleen originele mesbalken gebruiken. Niet gelijkwaardige
onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid in gevaar brengen.
–
Snijgereedschappen ter vervanging moeten permanent met de naam en/of het
logo van de firma of leverancier en met het deel-nr. zijn gekenmerkt.
Onderhoud van de voorwielen
Eenmaal per jaar of om de 15-20 bedrijfsuren de lagers van de wielen invetten.
–
Met een steeksleutel de zeskantmoer losdraaien, schijf en wielen eraf trekken.
–
Nadat de lagers met een wentellagervet „KAJO-langetermijnvet LZR 2" werden
ingevet, de wielen erop schuiven, schijf erop zetten, met de zeskantmoer
bevestigen en zo ver vastdraaien, dat de wielen nog licht maar zonder speling
gedraaid kunnen worden.
Onderhoud van de achterwielaandrijving (Afbeelding R )
Eenmaal per jaar of om de 15-20 bedrijfsuren de lagers van de wielen invetten.
–
De aandrijfwielen na de moer losgedraaid en de schijf verwijderd te hebben van de
wielas aftrekken.
–
Vuil en vetresten van de wielafdekking, het vrijlooprondsel op de tandwielas en het
aandrijfrondsel aan de binnenkant van het wiel verwijderen.
AANWIJZING
Vrijlooprondsel niet van de as aftrekken!
–
Het rondselpaar (vrijlooprondsel en aandrijfrondsel in het wiel) met het
wentellagervet „KAJO-langetermijnvet LZR 2" in het rond zo invetten, dat de
ruimtes tussen de tanden helemaal gevuld zijn.
–
Bij het erop steken van het aandrijfwiel erop letten dat de rondsels in elkaar
grijpen, evt. het wiel op de as licht verdraaien.
–
Schijf erop zetten, met de zeskantmoer bevestigen en zo ver vastdraaien, dat de
wielen nog licht maar zonder speling gedraaid kunnen worden.
Voorwiellagers smeren JS63 VARIO C, JS63VC (Afbeelding E4 )
–
De opening van de voorwiellagers (A) met multifunctioneel smeervet
smeren.
–
Aan het andere voorwiel herhalen.
Voorwielarrêteerpen reinigen JS63 VARIO C, JS63VC
(Afbeelding F4 + G4)
–
De afdekking (A) aan het voorwiel verwijderen F4 .
–
De bescherming van stift en veer (B) verwijderen G4 .
–
De afdekking aanbrengen.
Onderhoud van de aandrijving
Het
–
controleren en instellen van de bowdenkabel van de aandrijving,
–
reinigen van de V-snaar van de aandrijving en overbrenging,
–
bijstellen, controleren en vervangen van de V-snaar van de aandrijving
uitsluitend door een vakwerkplaats laten uitvoeren.
Bewaring van de maaier
–
Alle versleten of beschadigde onderdelen repareren. Onderdelen naar behoefte
vervangen. Losgeraakte bevestigingen weer vastdraaien.
–
Gras en vuil op de machine verwijderen.
–
De onderkant van het maaiwerk schoonmaken: gras en vuil verwijderen.
–
Beschadigde plaatsen van metalen oppervlakken herstellen om corrosie te
voorkomen.
–
De smeerplaatsen smeren.
–
De motor voorbereiden voor de winter (of wanneer hij gedurende langere tijd niet
meer wordt gebruikt).
De machine altijd in schone toestand in een gesloten, droge ruimte, buiten het bereik
van kinderen wegzetten.
17 ONDERHOUD VAN DE MOTOR
WAARSCHUWING
Verwondingen vermijden! Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide en kunnen
ernstige aandoeningen of dood tot gevolg hebben.
De motor niet in gesloten ruimten, zoals garages, inschakelen, ook niet als
deuren en vensters geopend zijn. De machine naar buiten bewegen voordat de
motor wordt gestart.
BELANGRIJK
Voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden de motor/of maaier eerst
vooraan omhoog kantelen O (bougie naar boven). Als het noodzakelijk zou zijn
om de motor/maaier toch eens op de zijkant te leggen, leg hem dan neer op de
kant van de uitlaat en geen geval op die van de carburateur, aangezien er anders
startmoeilijkheden zouden kunnen optreden. In opgetilde toestand de maaier
beveiligen!
OPGELET
Bij het omhoog kantelen of op de zijkant leggen erop letten dat er geen olie of
benzine uitloopt. Brandgevaar!
Het regelmatig uitvoeren van de voorgeschreven service- en
onderhoudswerkzaamheden vormt de voorwaarde voor een duurzame en storingvrije
functie van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor garantieaanspraken.
10
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen
zie tabel pagina 3