Table des Matières
Publicité
Figure 1 - Schets 1
Attention: En phase de premier allumage, et tant que l'air contenu dans
la canalisation de gaz n'est pas évacué, il se peut que le brûleur ne s'allume
pas et que la chaudière se mette en sécurité.
Il est conseillé dans ce cas de recommencer les opérations de mise en
route jusqu'à l'arrivée du gaz au brûleur, en mettant momentanément le
bouton (1) sur le symbole ( ) (voir aussi la figure 4).
Réglage de la température
ambiante
L'installation doit être équipée d'un thermostat d'ambiance pour le
contrôle de la température dans les locaux.
Dans le cas où il est absent, lors du premier allumage, il est possible de
réaliser un contrôle de la température ambiante en manoeuvrant le bouton
(12).
Pour augmenter la température, tournez le bouton dans le sens des
aiguilles d'une montre et vice versa pour la diminuer. La modulation
électronique de la flamme permettra à votre chaudière d'atteindre la
température programmée en adaptant le débit du gaz vers le brûleur aux
conditions réelles de l'échange thermique.
Réglage de la température
de l'eau sanitaire
Quand on positionne la poignée (13) au minimum, la fonction sanitaire
n'est pas activée. Dans ces conditions, la chaudière assure seulement la
fonction antigel sanitaire.
La vanne à gaz modulante a un dispositif qui permet de moduler la flamme
aussi bien en fonction du positionnement du bouton (13) de réglage de
la température de l'eau sanitaire, qu'en fonction de la quantité d'eau
chaude éventuellement prélevée.
Cette modulation assure une température d'eau chaude sanitaire cons-
tante même à très petit débit.
Nous vous conseillons, pour économiser l'énergie, de positionner le
bouton en "comfort" (figure 2). En hiver, il faudra probablement augmen-
ter la température de l'eau en fonction des valeurs désirées.
figure 2 - Schets 2
5
Let op: Bij de eerste ontsteking bestaat de mogelijk dat de brander niet
start en het toestel in storing valt( lucht in de gasleiding). In dit geval is
het aangeraden de onstekingsoperaties te herhalen tot het gas in de brander
komt. Gedurende deze heronstekingsoperaties zal men de knop (1)
tijdelijk op het symbool ( ) plaatsen (zie ook schets 4).
Instelling van de
omgevingstemperatuur
De installatie moet uitgerust zijn met een omgevingsthermostaat welke
de temperatuur in de lokalen controleert.
Indien deze bij de eerste ontsteking nog niet geïnstalleerd zou zijn, is het
mogelijk om de omgevingstemperatuur te controleren met behulp van
de knop (12).
Om de temperatuur te verhogen, draai de knop in de richting van de
wijzers van een uurwerk en omgekeerd om ze te verlagen. De
elektronische vlammodulatie zal aan het toestel toelaten om de
geprogrammeerde temperatuur te bereiken door het gasdebiet naar de
brander aan te passen aan de werkelijke warmtebehoefte.
Instelling van de sanitair
warmwatertemperatuur
Wanneer we de knop (13) op het minimum draaien, wordt de sanitaire
functie niet geactiveerd. In deze omstandigheden verzekert de boiler
enkel de sanitaire antivries-functie.
De modulerende gasklep is uitgerust om de vlam, zowel in functie van
de stand van de bedieningsknop (13) van de sanitair
warmwatertemperatuur, als in functie van de eventuele hoeveelheid getapt
warm water te moduleren.
Deze modulatie verzekert een konstante sanitair warmwatertemperatuur
en dit zelfs bij een heel klein debiet.
Om energie te besparen is het aanbevolen om de knop in de "comfort"
zone (schets 2) te plaatsen. In de winter kan u de temperatuur van het
water verhogen in functie van de gewenste warmwatertemperatuur.
020515_0800
Publicité
Table des Matières
