voorkomen dat het gereed-schap naloopt.
Bit-depot
In de bit-opslag (1.2) kunnen meerdere bits
of bitverlengstukken vanaf de zijkant worden
ingeschoven. Dankzij de magnetische op-
berghouder kunnen ook schroeven en dergelijke
voorwerpen worden opgepakt.
6
Werkinstructies - onderhoud - ver-
zorging
Neem s.v.p. de volgende instructies
in acht. Anders bestaat er het risico
dat de machine, het oplaadapparaat
of het accupack beschadigd raken.
- Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden
door een erkende vakman. Bij het oplaadap-
paraat LC 45 staat het elektriciteitsdeel in het
binnenste van het apparaat ook na scheiding van
het net onder een hoge condensatorspanning.
- Ventilatie-openingen op het elektrisch gereed-
schap en op het oplaadapparaat schoonhou-
den zodat de luchtcirculatie voor de koeling
gewaarborgd is.
- Er mogen geen metalen delen (b.v. metaal-
splinters) in het binnenste van het oplaadap-
paraat terechtkomen via de opnames van de
accupacks en via de ventilatiegleuven (gevaar
voor kortsluiting).
- Gebruik alleen maar originele Festool-ac-
cupacks. Gebruik geen gebruikte en weer
opgewerkte accupacks. Voor schade bij Ge-
bruik van niet originele Festool accupacks is
de gebruiker aansprakelijk.
- Aansluitcontacten op het elektrisch gereed-
schap, oplaadapparaat en accupack schoon-
houden.
- Door de accupacks te bewaren in het bedrijfs-
klare oplaadapparaat wordt de accupack door
een voortdurende compensatielading in opge-
laden toestand gehouden.
- Lege accupacks niet langer dan ong. 1 maand
in het oplaadapparaat laten zitten wanneer
het oplaadapparaat niet op het net aangeslo-
ten is (gevaar voor diepe ontlading).
- Een nieuwe of gedurende lange tijd niet ge-
bruikte accupack bereikt pas na ca. 5 oplaad-
en ontlaadcycli zijn volledige capaciteit.
- Accupacks moeten voordat ze opnieuw op-
geladen worden, indien mogelijk, helemaal
ontladen worden. Een herhaald opstarten van
de oplaad-procedure bij een opgeladen accu
vermindert de levensduur ervan.
- Een aanzienlijk verkorte bedrijfstijd per opla-
ding duidt erop dat de accu opgebruikt is en
door een nieuwe vervangen moet worden.
- NiCd-accupacks, die gedurende langere tijd
niet worden gebruikt, dienen in ontladen toe-
stand te worden bewaard.
Speciale instructies voor NiMH-accu-
packs:
- Bij een temperatuur in de omgeving beneden
0° C of boven 45° C neemt het vermogen van
het NiMH-accupack aanmerkelijk af.
- Machine niet overbelasten (machine niet zo
zwaar belasten dat deze gaat stilstaan).
- Laad NiMH-accupacks, ook wanneer ze niet
worden gebruikt, ongeveer om de 4 maanden
opnieuw op, zodat ze hun volledige capaciteit
behouden.
- Telkens als NiMH-akkupacks 10 maal geladen
zijn moeten deze na de sneloplading nog 60
min. in het oplaadapparaat blijven, om even-
tuele capaciteitsverschillen tussen de cellen
op te heffen.
- Bewaar NiMH-accupacks, vanwege de zelf-
ontlading, bij voorkeur bij een temperatuur
tussen de 0° C en 25° C.
6.1
Koolborstels wisselen
Is de restlengte van de koolborstels kleiner dan
6 mm geworden, dan kan het vermogen van de
machine afnemen of de motor stoppen. In dit
geval dienen de koolborstels (4.2) te worden
vervangen.
- Schroef de afdekking (4.4) eraf en verwijder
de oude koolborstels.
- Druk de klemplaat (4.3) van de nieuwe kool-
borstel in de uitsparingen (4.1) tot hij inklikt,
en schroef vervolgens de afdekking weer op
het apparaat.
- Laat de machine enkele minuten onbelast
draaien, zodat de nieuwe koolborstels opti-
maal contact hebben.
7
Recycling van accupacks
Gooi de opgebruikte accupack niet
bij het huisvuil.
Opgebruikte of defecte accupacks bij de han-
delaar, de Festool-servicedienst of openbaar
voorgeschreven afvalverwerkings-installaties
inleveren. De accupacks worden dan op een
correcte wijze gerecycled.
8
Garantie
Overeenkomstig de wettelijke voorschriften van
het betreffende land, maar minimaal 12 maan-
den geven wij voor onze apparaten garantie
op materiaal- en fabricagefouten. Binnen de
staten van de EU bedraagt de garantieperiode
24 maanden (op vertoon van een rekening of
bon). Schade die met name te herleiden is tot
natuurlijke slijtage, overbelasting of ondeskun-
dige bediening, dan wel tot schade die door
de gebruiker zelf veroorzaakt is of door ander
gebruik tegen de handleiding in, of die bij de
koop reeds bekend was, blijven van de garantie
uitgesloten. Ook schade die is terug te voeren
op het gebruik van niet-originele accessoires
en verbruiksmateriaal (bijv. steunschijf) wordt
niet in aanmerking genomen.
Klachten kunnen alleen in behandeling worden
genomen wanneer het apparaat niet-gedemon-
teerd aan de leverancier of een geautoriseerde
30