Télécharger Imprimer la page

Jøtul I 510 Manuel D'installation Et Données Techniques page 29

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
3.5 Schoorstenen en kachelpijpen
• De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
• De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even
groot zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0
Technische gegevens» voor informatie voor het berekenen
van de doorsnede van de schoorsteen.
• De haard mag niet worden aangesloten op een rookkanaal
waar meerdere toestellen op aangesloten zijn. Neem contact
op met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente voor
informatie over beperkingen en installatieeisen.
• D e s c h o o r s t e e n m o e t w o r d e n a a n g e s l o t e n i n
overeenstemming met de installatievoorschriften van de
schoorsteenleverancier.
• Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de
haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste
positie ten opzichte van de schoorsteen. Zie afb. 1 voor de
minimale afmetingen.
• Zorg dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting van de
schoorsteen.
• Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp
kan worden geveegd.
Houd er rekening mee dat de aansluitingen enigszins flexibel
moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens
de installatie schade veroorzaken. Opmerking! Een juiste en
luchtdichte aansluiting is van groot belang voor het goed
functioneren van de haard.
Opmerking! Er mag geen gewicht worden overgedragen van de
haard naar de schoorsteen. De haard mag niet verhinderen dat de
schoorsteen kan bewegen. De haard mag niet op de schoorsteen
worden vastgezet.
Aanbevolen luchtstroom van schoorsteen, «2.0 Technische
gegevens».
Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een luchtklep installeren
en gebruiken om de luchtstroom te regelen.
3.6 Voorbereiding
Controleer of de inzethaard geen transportschade heeft
opgelopen voordat u de haard installeert.
NB! Dit onderdeel is zwaar. Daarom hebt u bij het monteren en
bij het plaatsen van de haard hulp nodig.
Bevestiging van poten (afb. 3) en onderste
hitteschild (afb. 4)
1. Nadat u de inzethaard hebt uitgepakt, verwijdert u de doos
met inhoud en eventuele branderplaten om de haard lichter
te maken. U kunt ook de keerplaten verwijderen om de
installatie gemakkelijker te maken. Raadpleeg het gedeelte
over: «7.0 Groot onderhoud».
2. De haard is zwaar. Verwijder daarom de deur voordat u de
poten bevestigt.
3. Leg de haard voorzichtig neer op de achterkant (u kunt de
houten pallet en het kartonnen verpakkingsmateriaal op de
vloer leggen om deze te beschermen).
4. Bevestig de 3 poten (A) aan de 3 verstelbare verbindingsstukken
(C) met 3 sets moeren en bouten die zich in een zakje in de
doos bevinden. Bevestig de poten vervolgens op de haard
met behulp van 3 ringen (B) M8. De bouten en ringen
zijn al aan de onderkant van de haard bevestigd. Stel de
verbindingsstukken op de gewenste hoogte in.
5. Monteer het hitteschild (afb. 4A) met 1 moer M6 op de
onderkant van de haard.
6. Til de verbrandingskamer op.
7. De definitieve instelling van de poten kan pas plaatsvinden
nadat u de haard bij wijze van proef hebt geplaatst. De beugel
(D) moet onder de schroefkoppen worden bevestigd om
het fundament te beschermen en om te voorkomen dat de
haard wordt verschoven. De definitieve instelling geschiedt
met de M10 x 35 mm schroeven die aan de instelbare
verbindingsstukken zijn bevestigd.
8. Monteer alle onderdelen weer die u had verwijderd om de
haard hanteerbaarder te maken.
Asrooster/blokkenkorf (afb. 6)
Breng het asrooster op de juiste plaats aan in de gleuf onder op
de bodemplaat.
3.7 Montage van de schoorsteen
• Plaats de haard bij wijze van proef voordat u een gat in de
schoorsteen maakt. Zie (afb. 1) voor de afmetingen van de
haard. Houd rekening met een grotere afstand tussen de haard
en de muur als u de deur 90
• De haard kan intern op de schoorsteenmof worden
aangesloten met een kachelpijp met een diameter van 175
mm en extern met een kachelpijp met een diameter van 200
mm. Deze moet 2,3 mm dik en geëmailleerd zijn.
• De kachelpijpbocht moet direct op de inzethaard worden
gemonteerd, en moet 360 0 gedraaid kunnen worden.
• Houd bij de berekening van de lengte van de kachelpijp
rekening met een overlapping van 40 mm, zowel bij de
kachelpijpbocht als bij de schoorsteenmof.
• Schuif de op maat gezaagde kachelpijp in de schoorsteenmof.
Maak de pijp vast, en schuif deze vervolgens op de pijpbocht.
(Gebruik het meegeleverde afdichtkoord.)
• Plaats de inzethaard op zijn definitieve plek. Gebruik ovenkit
(of afdichtkoord) om de pijpbocht op de schoorsteenmof van
de haard aan te sluiten.
• De kachelpijp moet aan de voorkant van de schoorsteenmof
worden bevestigd met een zelftappende M6-schroef
(A). Gebruik een boor van 5,5 mm en maak een gat in de
kachelpijp voor de schroef.
Opmerking! Het is uitermate belangrijk dat de verbinding
volledig luchtdicht is. Bij lekkage kunnen storingen optreden.
3.8 Controle van de
bedieningselementen (afb. 7)
Als de haard op zijn plaats staat, controleert u de bedieningselementen.
Deze dienen gemakkelijk te bewegen en naar behoren te
functioneren. De losse greep kunt u gebruiken als de haard warm
is.
Luchttoevoervoorziening bovenin (A)
Links
=
gesloten
Rechts
=
volledig geopend
Deursluiting (B)
Draai de hendel tegen de wijzers van de klok in om de deur te
openen.
NEDERLANDS
0
wilt openen.
29

Hide quick links:

Publicité

loading