Steek het geleidewiel (I), zoals afge-
13
beeld, op de geleidingszijde van de
motor-/overbrengingseenheid(L).
Schuif nu de vergrendeling (K) in de
geopende stand
en druk het geleidewiel (I) verder op de
opname-as tot aan de aanslag. Laat de
veerondersteunde vergrendeling (K)
los. Het geleidewiel (I) is geblokkeerd
zodra de vergrendeling zelfstandig in
uitgangsstand terugkeert
Steek de gebruiksklaar gemonteerde
14
voegenborsteleenheid op de aandrijf-
zijde van de motor-/overbrengings-
eenheid (L), zoals afgebeeld. Schuif de
vergrendeling (K) in de geopende
stand
, houd deze vast en druk de
voegenborsteleenheid verder op de
aandrijfas tot de aanslag. Laat de veer-
ondersteunde vergrendeling (K) los.
De voegenborsteleenheid is geblok-
keerd zodra de vergrendeling zelfstan-
dig in de uitgangsstand terugkeert
Demontage van de voegenborstel met
aansluitende montage van de opper-
vlakteborstel
Demonteer de voegenborstel vol-
gens eerder beschreven instructies.
Open de vergrendeling (K)
15
aandrijfarm (P) en steek bij geactiveer-
de vergrendeling (K) de aandrijfarm
(P) met beschermkap (O)op de aan-
drijfzijde van de motor-/overbren-
gingseenheid (L), zoals afgebeeld. Laat
de veerondersteunde vergrendeling
(K) los. De aandrijfarm is geblokkeerd
zodra de vergrendeling zelfstandig in
uitgangsstand terugkeert
AANWIJZING!
Lukt het u niet om de aandrijfeenheid (P)
15
op de aandrijfas te schuiven, grijp dan
onder de beschermkap (O) en draai de
aandrijfzeskant tot de aandrijfeenheid (P)
gemakkelijk en zonder geweld op de
aandrijfas kan worden verschoven.
, houd deze vast
.
.
van de
.
52
Steek de oppervlakteborstel (N) op de
16
aandrijfzeskant en vervolgens de
geleidingsarm (M)op de geleidingszij-
de van de motor-/overbrengingseen-
heid (L), zoals afgebeeld.
Schuif nu de vergrendeling (K) in de
17
geopende stand
druk de geleidingsarm (M) verder op de
opname-as tot aan de aanslag. Laat de
veerondersteunde vergrendeling (K)
los. De geleidingsarm (M) is geblok-
keerd zodra de vergrendeling zelfstan-
dig in uitgangsstand terugkeert
AANWIJZING!
Let er bij de montage van de opper-
18
vlakteborstel op dat het zijstuk van de
beschermkap nauw aansluit op de
geleidingsarm (M).
6.1.3 Gebruik van de oppervlakte-
borstel op ruwe oppervlakken zoals
plavuizen, voetpaden, gepolierd
beton, steengoed enz.
Afbeelding 19
Plaats het uitgeschakelde apparaat parallel
19
op de te bewerken ondergrond. Houd het
apparaat in de werkhoek en kijk of de rub-
beren omranding van de beschermkap
net boven de vloer ligt. Loop in regelmatig
tempo en schuif het apparaat voor u uit.
Afhankelijk van de vervuilingsgraad oefent
u een gemiddelde druk op de oppervlak-
teborstel uit en past u uw werktempo aan.
AANWIJZING!
Werk altijd parallel en houd het appa-
raat uit de buurt van uw lichaam.
Bij werkzaamheden langs randen
moet de smalle rand van het appa-
raat naar de wand wijzen.
Bij hardnekkig vuil kunt u het appa-
raat voor- en achterwaarts bewegen
(zoals een bezem) tot u het
gewenste resultaat heeft bereikt.
, houd deze vast en
.