7. Druk ALARM SET op het voorpaneel en druk daarna op PRESET + of
PRESET – om het alarmvolume in te stellen.
8. Druk op ALARM SET op het voorpaneel om het instellen van het alarm te
voltooien.
Opmerking: Druk op ALARM SET om de alarmfunctie in / uit te schakelen.
Controleer of het alarmpictogram is opgelicht als u gebruik wilt maken van het
alarm.
Snooze-functie
1. U kunt, als het alarm klinkt, op Snooze drukken om het alarm tijdelijk voor 9
minuten uit te schakelen. De radio schakelt daarna weer in.
2. Snooze kan worden herhaald totdat er op ALARM wordt gedrukt.
Slaapfunctie
1. Druk op SLEEP om een tijd te selecteren. Als er bijvoorbeeld 15 minuten wordt
getoond op het LED-display, dan schakelt de radio automatisch uit nadat er 15
minuten zijn verstreken.
2. Druk om een langere afspeeltijd te selecteren op SLEEP om 15 / 30 / 45 / 60 /
75 / 90 minuten te selecteren.
3. Druk op ON / STAND BY om de radio op elk gewenst moment uit te schakelen.
Radio
1. Druk op ON / STAND BY om de radio in te schakelen.
2. Het display toont de details over de radiozender in de radiomodus.
3. Selecteer uw zender door op TUNING + of TUNING – te drukken.
4. Stel het volume naar wens in met behulp van VOLUME.
5. Druk één keer op ON / STAND BY om de radio uit te schakelen.
Afstemmen
Handmatig afstemmen
Druk eens of meerdere keren kort op TUNING + of TUNING – tot de juiste
frequentie is gevonden.
Automatisch afstemmen
1. Houd TUNING + of TUNING – ingedrukt tot de frequentie op het display begint
te veranderen.
2. Als er een zender met voldoende signaalsterkte wordt gevonden zal het
afstemmen stoppen, of u kunt het automatisch afstemmen stoppen door
nogmaals op TUNING + of TUNING – te drukken.
Voorkeurszenders
U kunt de frequenties van tot 50 radiozenders opslaan in het geheugen van de
radio. Een opgeslagen frequentie kan uit het geheugen worden gewist door deze
te overschrijven met een andere frequentie.