TEUFELBERGER GRIP 12 Mode D'emploi page 19

Pendelbewegingen bij het vallen dienen door een
geschikte keuze (positie) van het bevestigingspunt
vermeden te worden.
Het is voor de veiligheid essentieel voor ieder ge-
bruik de benodigde vrije ruimte onder de werkpositie
van de gebruiker (standplaats) te garanderen (vermij-
ding van een contact met de grond of een obstakel).
1. Zo monteert u de bewegelijke voering bij het
bevestigingspunt:
De karabijnhaak van het geleidende touw bij het bevesti-
gingspunt inhaken en er op letten dat deze correct sluit
(bijv. schroefsluiting dichtgeschroefd). Daarbij dient erop
gelet te worden dat de karabijnhaak zich in het bevesti-
gingspunt vrij bewegen kan en tegen beschadigingen be-
schermd is. Het geleidende touw dient tegen scherpe rand-
en beschermd te worden (bijv. d.m.v. randenbescherming).
Maximale nominale last:
Grip 12: 140 kg / Grip 11: 100 kg (= maximaal gewicht
van de gebruiker incl. gereedschap en uitrusting)
LET OP: bij het gebruik van een opvangsysteem
dienen onder alle omstandigheden de respectieve-
lijke aanwijzingen van de fabrikant van de gebruikte
producten in acht genomen te worden!
Afb. 1: Verklaring L en D
F F
Voor dit systeem is een benodigde vrije ruimte
Grip 11 = 3,7 m + D
F
Grip 12 = 4,5 m + D
F
rekening mee te houden. (De verlenging aan de
valbeveiligingsgordel wordt buiten beschouwing
gelaten).
L = Lengte van de geleiding tussen het bevesti-
F
gingspunt en het opvangapparaat.
D = L x 0,05
F F
In de volgende tabel zijn enige voorbeelden aangegeven.
Grip 12
Benodigde
vrije ruimte F
Lengte Rek
[m] (incl. 1 m
L [m] D [m]
veiligheidsaf-
F F
stand)
5 0,25
10 0,50
15 0,75
20 1,00
Grip 11
Benodigde
vrije ruimte F
Lengte Rek
[m] (incl. 1 m
L [m] D [m]
veiligheidsaf-
F F
stand)
5
0,25
10 0,50
15 0,75
20 1,00
2. Zo bevestigt u het opvangapparaat aan een
opvanggordel volgens EN 361:
Als positioneringssysteem in een opvangsysteem
mag uitsluitend een opvanggordel gebruikt worden.
De karabijnhaak van de verbinding tussen opvang-
apparaat en opvanggordel (touw met karabijnhaak of
alleen een karabijnhaak) in de opvangring (aangeduid
met A) op de borst of op de rug inhaken en de sluiting
controleren (bijv. schroefsluiting dichtgeschroefd).
Het wordt aanbevolen de opvangring op de borst te
gebruiken.
GEBRUIK
4,75
5,00
5,25
5,50
3,95
4,20
4,45
4,70
19