Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
Versleten plekken, als aansluitkabels door vensterof
deuropeningen worden geleid.
Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
Snijplekken omdat over de aansluitkabel is ger den.
Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd. Controleer de elektrische
aansluitkabels regelmatig op schade. Let erop dat bij
het controleren de aansluitka - bel niet op het elektri-
citeitsnet is aangesloten. Elektrische aansluitkabels
moeten aan de relevante VDE- en DIN-voorschriften
voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitkabels met de
aanduiding:
H07RN-F (400V)
•
H05VV-F (230V)
•
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding ver-
meld staan.
Wisselstroommotor (afb. 16)
•
De netspanning moet 230 VAC zijn
Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m
•
een doorsnede hebben van 1,5 vierkante millime-
ter.
De netaansluiting heeft een zekering van 16 A
traag.
Draaistroommotor (afb. 17)
De netspanning moet overeenkomen met de gege-
•
vens op het typeplaatje van de motor.
De netaansluiting en het verlengsnoer moeten 5
•
aders hebben = 3 fases + nulleiding + bescherm-
leiding.
Verlengsnoeren moeten een minimale doorsnede
•
van 1,5 mm
.
2
De netaansluting moet een zekering van maximaal
•
16-A hebben.
Bij de aansluiting op het net of bij verandering van
•
stand plaats moet de draairichting worden gecon-
troleerd; eventueel moet de polariteit worden ver-
wisseld.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uit-
rusting mogen uitsluitend door een elektromonteur
worden uitgevoerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
Stroomtype van de motor
•
Gegevens van het typeplaatje van de machine
•
•
Gegevens van het typeplaatje van de motor
238
NL
14. Afvalverwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om trans-
portschade te voorkomen. Deze verpakking is een
grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan in de
grondstofkringloop teruggebracht worden. Batterij-
en horen niet thuis bij het huisvuil. Gooi ze niet in het
vuur of in het water. Batterijen moeten worden inge-
zameld, gerecycleerd of milieuvriendelijk verwijderd.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse
materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoe u
van defecte onder delen op de inzamelplaats waar u
gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven. Informeer u in
uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur!