Als het apparaat de aangepaste temperatuur niet bereikt, dient de waterdoorstroming te worden
aangepast (verminderd). Als de gevraagde temperatuur ook met een minimale waterdoorstroming
niet wordt bereikt, is het vermogen van het apparaat niet voldoende om de gevraagde
temperatuurwaarde te bereiken bij de huidige temperatuur van het inlaatwater (in het
watertoevoersysteem).
Stap 3. Om de boiler uit te schakelen, de warmwaterkraan op de mengkraan sluiten. De
druksensor verbreekt de stroomtoevoer automatisch. De temperatuur-LED gaat onmiddellijk uit en
de aanraaktoetsen lichten na 3 seconden niet langer op.
Let op: De temperatuurinstellingen worden opgeslagen voor de volgende keer inschakelen. Het
apparaat gaat automatisch aan/uit door het openen/sluiten van een warmwaterkraan. Stap 0 is
alleen nodig na een stroomuitval.
Aanpassing van de waterdoorstroming (uit te voeren door een vakman):
Verwijder de beschermplaat tussen de verbindingsleidingen volgens de instructies in
onderstaande afbeelding. Draai met een platte schroevendraaier de stelschroef rechtsom of
linksom om het debiet te verhogen of te verlagen.
Aanpassen van de waterdoorstroming
9