NEDERLANDS
HOOG HIJSEN
Belangrijk: De installatie mag alleen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
Onjuiste installatie kan leiden tot ernstig letsel en/of schade aan eigendommen. Hoog hijsen
vereist veel ervaring! Belastingslimieten dienen in acht te worden genomen. Er dienen
gecertificeerde installatiematerialen te worden gebruikt.Het geïnstalleerde apparaat dient
regelmatig te worden gecontroleerd op veiligheid.
Zorg ervoor dat er zich tijdens het takelen, onttakelen en het onderhoud geen ongewenste personen in het
gebied onder de installatieplaats bevinden.
Plaats het armatuur op een goed geventileerde plaats, uit de buurt van brandbare materialen en/of
vloeistoffen. Het armatuur moet op ten minste 50 cm vanaf omringende muren worden bevestigd.
Het apparaat dient buiten het bereik van mensen en buiten gebieden waar personen kunnen lopen of
zitten te worden geïnstalleerd.
Controleer voor het hijsen of de installatieplaats een minimale puntbelasting van 10 keer het gewicht van
het apparaat kan dragen.
Gebruik bij het installeren van het apparaat altijd een gecertificeerde veiligheidskabel die 12 keer het
gewicht van het apparaat kan dragen. Deze secundaire veiligheidsbevestiging dient op een zodanige wijze
te worden geïnstalleerd dat er geen enkel onderdeel van de installatie meer dan 20 cm kan vallen als de
hoofdbevestiging het begeeft.
Het apparaat dient goed te worden bevestigd; een vrij slingerende montage is gevaarlijk en mag niet
worden overwogen!
Bedek geen ventilatieopeningen, omdat dit tot oververhitting kan leiden.
De exploitant moet ervoor zorgen dat de aan veiligheid gerelateerde en machinetechnische installaties
voordat deze voor de eerste keer in gebruik worden genomen door een deskundige worden goedgekeurd.
De installaties dienen jaarlijks door een vakman te worden geïnspecteerd, om er zeker van te zijn dat de
veiligheid nog steeds optimaal is.
DE INSTALLATIE EN BEDIENING VAN HET APPARAAT
U kunt het apparaat op verschillende manieren bedienen:
1.
VOLLEDIG AUTOMATISCHE STANDALONEMODUS:
Het effect voert automatisch een voorgeprogrammeerde reeks uit. Selecteer deze modus wanneer er
slechts 1 PARTY BEAMS-apparaat wordt gebruikt (standalone) of wanneer het apparaat als eerste
apparaat (master) in een keten met diverse PARTY BEAMS wordt geplaatst.
Houd de [MODE]-toets ingedrukt totdat het scherm [Aut] weergeeft.
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen
U kunt nu met de [UP] en [DOWN]-toetsen de gewenste effectgroep selecteren:
o
[AutP] Automatische RGB-projectorshow.
o
[AutF] Automatisch witte flitsshow.
o
[AutM] Automatisch show met gemengde effecten.
JB SYSTEMS®
Druk [ENTER] om deze modus te selecteren.
Gebruik de [UP] en [DOWN]-toetsen om één van de 23 shows te selecteren [AP01 –
AP23].
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen.
Gebruik de [UP] en [DOWN]-toetsen om de gewenste snelheid van de show te
selecteren; van [S.01] traag tot [S.99] snel.
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen.
Druk [ENTER] om deze modus te selecteren.
Gebruik de [UP] en [DOWN]-toetsen om één van de 10 shows te selecteren [AF01 –
AF10].
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen.
Gebruik de [UP] en [DOWN]-toetsen om de gewenste snelheid van de show te
selecteren; van [S.01] traag tot [S.99] snel.
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen.
Druk [ENTER] om deze modus te selecteren.
Gebruik de [UP] en [DOWN]-toetsen om één van de 3 shows te selecteren [AM01 –
AM03].
Druk op de [ENTER]-toets om uw keuze te bevestigen.
26/55
GEBRUIKSAANWIJZING
PARTY BEAMS