9. Installatie
Plaats het ontvangststation niet op een zachte ondergrond, zoals bijv. vloerbedekking of bedden
etc.
Er mogen zich geen apparaten met sterke elektrische of magnetische velden, zoals bijv.
transformatoren, motoren, draadloze telefoons, radiografische apparaten etc. in de directe
omgeving bevinden, omdat deze het apparaat kunnen beïnvloeden.
Het product kan ook door interferentie (straling) van tuners, televisies etc. worden beïnvloed.
Houd indien mogelijk een grote afstand ten opzichte van dergelijke apparaten in acht. Ook
metalen oppervlakken, wanden van gewapend beton etc. in de transmissie-omgeving kunnen
de reikwijdte reduceren.
Plaats het apparaat nooit zonder voldoende bescherming op waardevolle of gevoelige
meubeloppervlakken.
Plaats het apparaat op een stabiele, schone, droge, vlakke en horizontale ondergrond.
10. Aansluiting
a) Aansluiting van het ontvangststation
Gebruik voor het aansluiten van de uitgangen alleen hiervoor geschikte, afgeschermde XLR-
resp. klinkkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen storingen optreden.
Om vervormingen of misaanpassingen te voorkomen, die tot beschadiging van het apparaat
kunnen keiden, mogen aan de XLR-aansluiting alleen apparaten met een XLR-aansluiting
resp. aan de klinkaansluiting alleen apparaten met een passende klinkaansluiting worden
aangesloten.
• Schakel het ontvangststation uit. De tuimelschakelaar POWER (6) mag niet zijn ingeschakeld (positie 0).
Het LCD-display (3) mag niet branden.
• Schakel het audioapparaat (mengpaneel o.i.d.) waaraan het ontvangststation wordt aangesloten uit en
verbreek de stroomverbinding.
• Sluit de audio-ingang van het audioapparaat aan op één van de audiouitgangen van het ontvangststation.
Als de signalen van beide zenders apart moeten worden overgedragen, verbindt u de aansluitingen
CH. A (12) en CH. B (13) met twee ingangen van het audio-apparaat (bijv. mengpaneel).
• Als u de signalen van beide zenders gezamenlijk wilt overdragen, dient u de 6,3 mm klinkkabel (21) met de
klinkaansluiting MIX OUTPUT (11) en een ingang van het audioapparaat te verbinden.
58