• Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg
ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden
gegarandeerd wanneer het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet langer op juiste wijze werkt,
- tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of
- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk.
• Behandel het apparaat met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte hoogte
kan het product beschadigen.
• Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in
acht die met het product zijn verbonden.
• Gebruik het apparaat nooit zonder toezicht.
• De netspanningsadapter behoort tot beschermingsklasse II. Als spanningsbron mag alleen
een geschikt stopcontact (100-240 V/AC, 60 Hz) van het openbare stroomnet worden gebruikt.
• Zorg dat elektrische apparaten niet met vloeistof in contact komen. Zet voorwerpen waar
vloeistof in zit niet naast het apparaat. Indien er toch vloeistof of een voorwerp in het apparaat
zou terechtkomen, schakel dan de bijbehorende contactdoos stroomvrij (bijv. automatische
zekering uitschakelen) en trek vervolgens de netstekker uit de contactdoos. Het product mag
daarna niet meer worden gebruikt, breng het naar een elektrotechnisch bedrijf.
• Gebruik het product nooit meteen nadat het vanuit een koude naar een warme ruimte werd
overgebracht. De condens die hierbij wordt gevormd, kan in bepaalde gevallen het product
onherstelbaar beschadigen. Bovendien bestaat er bij de stekkervoeding levensgevaar door
een elektrische schok! Laat het product eerst op kamertemperatuur komen voor u het aansluit
en gebruikt. Dit kan enkele uren duren.
• Raak de netvoedingadapter niet aan wanneer deze beschadigingen vertoont; levensgevaar
door een elektrische schok! Schakel eerst de netspanning van de contactdoos uit, waaraan
de netvoedingadapter is aangesloten (door de bijbehorende zekeringautomaat uit te schakelen
resp. zekering eruit te draaien, aangesloten FI-aardlekschakelaar uit te schakelen, zodat de
contactdoos van alle polen ontkoppeld is). Trek daarna pas de stekker van de netvoedingadapter
uit de contactdoos. Zorg ervoor, dat de beschadigde netvoedingadapter op milieuvriendelijke
wijze wordt verwijderd, gebruik hem niet langer. Wissel de netvoedingadapter om tegen een
identiek exemplaar.
• De wandcontactdoos moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk
toegankelijk zijn.
• Gebruik voor de spanningsbron uitsluitend de meegeleverde netvoedingadapter.
• Gebruik als spanningsbron voor de netvoedingadapter uitsluitend een goedgekeurde
contactdoos van het openbare elektriciteitsnet. Controleer voor het insteken van de
netvoedingadapter, of de op de netvoedingadapter aangegeven spanning overeenkomt met de
spanning van uw stroomleverancier.
• Haal de stekker van de netvoedingadapter na gebruik uit het stopcontact.
• Netvoedingadapters nooit met natte handen in de contactdoos steken of eruit trekken.
53