Nederlands
2
Inleiding
De waterkoelers zijn eendelige compacte units voor de productie van
gekoeld water in een gesloten circuit.
De motoren van de compressor, de pomp en de ventilator hebben een
hittebeveiliging die hen beschermt tegen eventuele oververhitting.
2.1 Transport
De verpakte eenheid moet:
a) in een verticale positie worden gehouden;
b) beschermd worden tegen atmosferische invloeden;
c) beschermd worden tegen botsingen en stoten.
2.2 Hantering
Gebruik een vorkheftruck die geschikt is voor het te tillen gewicht en
vermijd botsingen tegen de verpakking (zie paragraaf 7.2).
2.3 Inspectie
a) Alle eenheden zijn in de fabriek geassembleerd, van bedrading
voorzien en met koelmiddel en olie gevuld en getest;
b) controleer bij ontvangst de staat van de machine: protesteer geef
eventuele schade gelijk aan bij het transportbedrijf;
c) pak de eenheid uit in de buurt van de installatieplaats.
2.4 Opslag
a) De verpakte eenheid op een schone plaats en beschermd tegen
vocht en weersinvloeden opslaan.
b) de units niet op elkaar zetten;
c) de instructies van de verpakking opvolgen.
3
Installatie
Y
Voor een optimale installatie de aanwijzingen in de paragrafen
7.2,7.3, 7.4, 7.5 en 7.9 respecteren.
!
Het geïnstalleerde product moet op passende wijze worden be-
schermd tegen brandgevaar (ref. EN378-3).
!
Te koelen vloeistoffen
De af te koelen vloeistoffen dienen compatibel te zijn met de gebruikte
materialen.
Als vloeistoffen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt: water of meng-
sels van water en ethyleen- of propyleenglycol.
De te koelen vloeistof mag niet ontvlambaar zijn.
Als de te koelen vloeistoffen gevaarlijke bestanddelen bevatten (zoals
bijvoorbeeld ethyleen/propyleenglycol) moet de eventuele vloeistof die
uit een lek gestroomd is opgevangen worden, omdat deze schadelijk is
voor het milieu. In geval van het leeglopen van het hydraulische circuit,
dient u zich aan de geldende normen te houden en de vloeistof niet in
het milieu te verspreiden.
3.1 Werkruimte
Teneinde vrije luchtstroom en onderhoudswerkzaamheden aan de ma-
chine mogelijk te maken, dient er rondom de koelmachine een minimale
ruimte vrijgehouden te worden (zie paragraaf 7.3).
Bij de modellen met verticale uitstoot van de condensatielucht moet
Hyperchill-Precision Control ICE150-230
minstens 2 meter ruimte boven de koeler worden vrijgehouden.
3.2 Versions
Version à air
Axiale ventilatoren (A)
Zorg dat er geen situaties van hercirculatie van de koellucht kunnen
ontstaan. Sluit de ventilatieroosters niet af.
Voor de uitvoeringen met axiale ventilator is de kanalisatie van de ver-
bruikte lucht afgeraden.
Version centrifuge (C)
Garantir toujours une contrepression minimum sur la sortie des ventila-
teurs en canalisant les sorties d'air chaud.
Version à eau (W)
Si l'eau au condenseur est en circuit ouvert, installer le fi ltre à crépine
sur l'arrivée d'eau de condensation.
Pour des eauxde refroidissement spéciales (déionisée, déminéralisée,
distillée) lesmatériaux standard prévus pour le condenseur pourraient
ne pas être appropriés.Dans ce cas, veuillez contacter le constructeur.
3.3 Hydraulisch circuit
3.3.1
Controles en aansluiting
Y
Zorg ervoor, alvorens de koelmachine aan te sluiten en het circuit
te vullen, dat de leidingen geheel schoon zijn. Reinig ze grondig indien
dit nodig is.
Y
Als het hydraulische circuit een gesloten circuit is, is het raadzaam
op de drukzijde een op 6 bar afgestelde veiligheidsklep te installeren.
Y
Het wordt aangeraden om altijd netfi lters te installeren op de
watertoevoer- en -afvoerleidingen.
Y
Voor gevallen waarin het hydraulisch circuit onderschept wordt
door automatische kleppen, moet de pomp beveiligd worden met sys-
temen ter voorkoming van waterslag.
Y
Indien het circuit voor lange periodes van stilstand geleegd wordt,
is het aanbevolen om smeervloeistof aan de rotor van de pomp toe
te voegen om te voorkomen dat deze bij de volgende start blokkeert.
Ga bij een geblokkeerde rotor als volgt te werk om hem handmatig te
deblokkeren.
Verwijder het achterste deksel van de pomp en draai de kunststof
ventilator voorzichtig. Als de as nog geblokkeerd is, moet de ventilator
worden verwijderd om direct op de as in te grijpen. Plaats de ventilator
en het deksel weer zodra de rotor gedeblokkeerd is.
Voorafgaande controles
1) Controleer of de eventueel aangebrachte schakelbare kleppen van
het hydraulisch circuit open zijn.
2) Betreft het een circuit van het gesloten type, controleer dan of er
een expansievat met geschikt vermogen is aangebracht. Zie para-
graaf 3.3.3.
Aansluiting
1) Verbind de waterkoeler met de ingangs- en uitgangsleidingen door
middel van de aansluitingen die hiervoor op de achterkant van de
unit zitten.
Het wordt aangeraden om van fl exibele aansluitingen gebruik te
maken, zodat het systeem soepel blijft.
2) Vul het hydraulisch circuit via de betreffende vulaansluiting aan de
achterkant van de koelmachine (
).
3) De tank is uitgerust met een speciale ontluchtingsklep, die bij het
vullen met de hand bediend moet worden. Mocht het hydraulisch
systeem uit bepaalde hoger gelegen punten bestaan, dan moet er op
die punten een ontluchtingsklep geïnstalleerd worden.
4) Het verdient aanbeveling de aan- en afvoerleidingen van een kraan
te voorzien, zodat tijdens onderhoudswerkzaamheden de machine
van het circuit kan worden losgekoppeld.
5) Als de chiller met open systeem werkt, dan moet de pomp op de
inlaatzijde van het vat worden geïnstalleerd en op de uitlaatzijde van
de chiller.
Volgende controles
1) Controleer of reservoir en circuit volledig met water gevuld en naar
behoren ontlucht zijn.
2) Het hydraulische circuit moet altijd gevuld zijn. Hiertoe kan men
regelmatig controleren en bijvullen; als alternatief kan de installatie
van een automatische vulkit voorzien worden.
3.3.2
Water en ethyleenglycol
Bevindt de machine zich buiten of in elk geval in een niet verwarmde
omgeving, dan kan het voorkomen dat tijdens stilstand van de instal-
latie in de koudste maanden van het jaar het water binnenin het circuit
bevriest.
Ga om dit te voorkomen als volgt te werk:
a) rust de koelmachine uit met geschikte, door de fabrikant als optie
meegeleverde antivriesbeveiliging;
b) laat de installatie in geval van langdurige stilstand leeglopen met
behulp van de betreffende uitlaatklep;
c) voeg een geschikte hoeveelheid antivries toe aan het water in circu-
latie (zie tabel).
Soms is de temperatuur van het afvoerwater zodanig laag dat, om
ijsvorming te voorkomen, mengen met onderstaande hoeveelheden
ethyleenglycol noodzakelijk is.
Temperatuur
Ethyleenglycol
afvoerwater [°C]
(% vol.)
4
5
2
10
0
15
-2
20
-4
25
-6
30
3.3.3
Expansietank
Om te voorkomen dat tengevolge van toename/afname van het vloei-
stofvolume, veroorzaakt door aanzienlijke temperatuurschommelingen,
schade ontstaat aan machine of circuit, is het raadzaam een expansie-
vat met het juiste vermogen aan te brengen.
Het expansievat dient te worden geïnstalleerd aan de zuigzijde van de
pomp op de aansluiting achterop de tank.
Maak voor het berekenen van het minimum volume van het op een
2/8
Omgevings-
temperatuur
-2
-5
-7
-10
-12
-15