afriso Flow-Control 3/K Notice Technique page 90

6 Bedrijf
6.1 Olieschuim
Olieschuim kan dan ontstaan als de in de ontluchter mee ingezogen
hoeveelheid lucht groter is dan de mogelijke afscheidingscapaciteit van het
product (4 l/h). Mogelijke oorzaken:
• Lek in de zuigleiding
• Lekkende schroefverbindingen in het zuigbereik
• Eerste inbedrijfstelling (zonder aparte aanzuigpomp)
• Te groot gedimensioneerde zuigleiding (neem DIN 4755-2 in acht,
stroomsnelheid 0,2-0,5 m/s)
6.2 Oliepeil in vlotterhuis
Het vloeistofniveau stelt zich afhankelijk van de installatie-specifieke bedrijfs-
condities in en ligt tijdens het zuigen bij ongeveer 20 - 50 mm. Bij een hoger
liggend oliepeil kan het bij een dicht aangebrachte zuigleiding tot een volledig
met olie gevuld vlotterhuis komen. Dit wordt veroorzaakt door de absorptie
van de lucht door de stookolie. Dit effect leidt in de loop van de tijd tot een
afbraak van de laag lucht. Wijzig de bedrijfscondities bijvoorbeeld door het
vloeistofniveau in de tank te verlagen, waardoor er weer een laag lucht in het
vlotterhuis ontstaat.
6.3 Drukbedrijf
In het geval van hogere tanks kan er een verhoogde druk zijn. Dit heeft geen
invloed op de functie van het product.
Het wordt aanbevolen om tijdens het drukbedrijf met een oliepomp een
enkelstrengs-filter met teruglooptoevoermet te gebruiken.
 Zorg ervoor dat er voor deze toepassing geschikte voorzorgsmaatregelen
worden genomen die ook in geval van een storing (defecte drukregelaar)
een overschrijding van de maximaal toegestane voordruk van 0,7 bar
voorkomen (bijv. d.m.v. een overloopklep, drukschakelaar).
 Zorg ervoor dat onder de branderslangen en de olie-ontluchter een
opvangbak wordt geplaatst, via die mogelijk vrijkomende olie wordt gede-
tecteerd alsook de brander wordt uitgeschakeld.
Gebruik een "Flow-Control 3/K HT" met een stroomopwaarts filter en kope-
ren filterbeker of verwisselbare filterpatroon als een stookolieontluchting ver-
eist is voor het systeem.
Bedrijf
Flow-Control
NL
19