BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomtoevoer
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact dat tegelijkertijd door
een elektrisch apparaat wordt gebruikt dat door een signaalomzetter
(zoals een koelkast, wasmachine, microgolfoven of airconditioner)
wordt bestuurd of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier
waarop elektrische apparaten worden gebruikt, kan ruis van de
stroomvoorziening defecten aan dit apparaat of hoorbare ruis
veroorzaken. Als het niet praktisch is om een apart stopcontact te
gebruiken, plaats dan een ruisfilter voor de stroomvoorziening tussen
dit toestel en het stopcontact.
• Schakel alle apparaten uit voordat u dit apparaat op andere apparaten
aansluit. Op die manier kunt u defecten en/of schade aan luidsprekers
of andere apparaten voorkomen.
• Zelfs als de LED's zijn uitgeschakeld wanneer de POWER-schakelaar
is uitgeschakeld, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de
stroomtoevoer is losgekoppeld. Schakel eerst de POWER-schakelaar
uit en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact als u de stroom
volledig wilt uitschakelen. Zorg er daarom voor dat u het netsnoer
aansluit op een stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar is.
Plaatsing
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van eindversterkers (of andere
apparatuur met grote eindversterkers) kan er gezoem ontstaan. Om
het probleem te verhelpen kunt u het apparaat anders richten of
verder van de storingsbron plaatsen.
• Ruis kan ontstaan als draadloze communicatieapparaten, zoals gsm's,
in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis kan
ontstaan als een oproep wordt ontvangen of gemaakt of tijdens
gesprekken. Verplaats dergelijke apparaten zodat ze zich op een
grotere afstand van dit apparaat bevinden of schakel ze uit als u
dergelijke problemen ervaart.
• Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks zonlicht, plaats het niet
in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een gesloten
voertuig en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Zorg ervoor
dat hetzelfde deel van het apparaat niet langdurig verlicht wordt door
verlichtingstoestellen waarvan de lichtbron zich doorgaans dichtbij
het apparaat bevindt (zoals een pianolamp), of krachtige spots.
Overmatige warmte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
• Bij verplaatsing van een locatie naar een andere waar de temperatuur
en/of vochtigheid sterk verschilt, kunnen er waterdruppels (condens)
gevormd worden in het apparaat. Er kunnen schade of defecten
ontstaan als u het apparaat in deze toestand gebruikt. Voordat u
het apparaat gebruikt, laat u het enkele uren liggen tot de condens
volledig verdampt is.
• Laat voorwerpen uit rubber, vinyl of gelijkaardige materialen niet
langdurig op het apparaat liggen. Dergelijke voorwerpen kunnen de
afwerking verkleuren of beschadigen.
• Kleef geen stickers, transfers en dergelijke op het apparaat. De
afwerking kan beschadigd worden als u het kleefmateriaal tracht te
verwijderen.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak
waarop u het apparaat plaatst, kunnen de rubberen voetstukken
mogelijk het oppervlak verkleuren of ontsieren. U kunt een stuk vilt of
stof onder de rubberen voetstukken plaatsen om dit te voorkomen.
Zorg er in dit geval voor dat het apparaat niet verschuift of per
ongeluk in beweging komt.
• Plaats geen voorwerpen die water bevatten (bv. vazen) op het
apparaat. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfum, alcohol,
nagellak, spuitbussen, enz. in de nabijheid van het apparaat. Verwijder
onmiddellijk alle vloeistof die op het apparaat gemorst wordt met een
droge, zachte doek.
Onderhoud
• Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht bevochtigd is
met water om het apparaat dagelijks af te vegen. Gebruik een doek
die met een zachte, niet-schurende zeepoplossing is bevochtigd om
hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg vervolgens het apparaat grondig
schoon met een zachte, droge doek.
• Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of
oplosmiddelen om verkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Extra voorzorgsmaatregelen
• Draag voldoende zorg bij het gebruik van de knoppen, schuifknoppen
of andere bedieningselementen van het apparaat en bij het gebruik
van aansluitingen en ingangen. Ruw omgaan met de apparatuur kan
defecten veroorzaken.
• Neem het aansluitstuk vast als u kabels aansluit of loskoppelt. Trek
nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt u kortsluitingen of schade
aan de inwendige elementen van de kabel.
• Tijdens normaal gebruik straalt het apparaat een kleine hoeveelheid
warmte uit.
• Houd het volume van het apparaat binnen de perken om te vermijden
dat u uw buren stoort. Misschien gebruikt u liever een hoofdtelefoon
en hoeft u zich geen zorgen te maken over uw omgeving.
• Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos (inclusief opvulling)
waarin het werd geleverd als u het moet vervoeren. Anders zult u
gelijkaardige verpakkingen moeten gebruiken.
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels met
weerstanden om aansluitingen op dit apparaat uit te voeren. Het
gebruik van dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem verlagen
of zelfs onhoorbaar maken. Neem contact op met de fabrikant van de
kabel voor informatie over kabelspecificaties.
• Plaats het netsnoer om de snoerhaak wanneer u het apparaat vervoert
of opbergt.
3