Naaien
Steken uitkiezen
OPGELET!
■
Draai nooit aan het instelwieltje voor steken (1) terwijl de naaimachine loopt, resp.
wanneer de naald zich in de naaldplaat (15) bevindt. Deze zou kunnen afbreken.
Op de naaimachine kunt u kiezen uit 12 steken. Naast het instelwieltje voor steken (1)
zijn de bijbehorende steken 1 tot 12 afgebeeld. Steken 1 tot 3 zijn rechte steken met
uiteenlopende steeklengten, steken 4 tot 6 zijn zigzagsteken in verschillende maten,
steken 7 tot 10 zijn decoratieve siersteken, steken 11 en 12 zijn voor knoopsgaten.
1. Breng de naald omhoog, door het handwiel (3) (met de wijzers van de klok mee) van
u af te draaien.
2. Draai het instelwieltje voor steken zo, dat de pijl naast het wieltje naar het gewenste
steeknummer wijst.
Met en zonder voetpedaal naaien
•
Naaien met het voetpedaal (25): houd de stof vast en bedien het voetpedaal. Het
naaiproces begint. Wanneer u het voetpedaal loslaat, stopt de naaimachine.
Achteruit naaien
OPGELET!
■
Stop de naaimachine altijd voordat u van naairichting verandert!
Naai aan het begin en aan het eind van een naad altijd een stukje terug om de naad af
te hechten.
•
Naaien zonder het voetpedaal: houd de stof vast en schuif de
aan-/uitschakelaar (5) naar L (langzaam) of H (snel), om de
naaimachine te starten. Langzamer naaien (L) is geschikt voor
preciezere, veeleisender klusjes, waarbij de machine vaker
wordt stilgezet. Voor een lange naad zonder onderbrekingen
kiest u de hogere snelheid (H). Voor het uitschakelen van de
naaimachine schuift u de aan-/uitschakelaar op OFF (uit).
61
NL