• Sluit de luchtreiniger aan op een
stopcontact in een andere stroomgroep
dan de groep waarop de radio- of televisie-
ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg uw dealer of een
gekwalificeerde radio- of tv-monteur.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
• Blokkeer de luchtinlaat of luchtuitlaat niet.
• Plaats de unit niet in de buurt van of boven
hete voorwerpen, zoals een kachel of
oven, noch op plaatsen waar deze aan
stoom kan worden blootgesteld.
• Gebruik de unit altijd rechtopstaand.
• Als u de unit verplaatst, gebruik dan de
handgrepen aan weerszijden van de unit.
Verplaats de unit niet als deze in gebruik is.
• Als de unit op een vloer staat die
gemakkelijk beschadigd raakt, op een
ongelijke ondergrond of op een dikt tapijt,
til deze dan op als u deze verplaatst.
• Als u de unit met de zwenkwieltjes
verplaatst, duw het dan langzaam in
horizontale richting.
• Tijdens het verplaatsen zorgt u ervoor dat
de unit uit staat en het waterreservoir en
luchtbevochtigingsbak verwijderd zijn. Let
op dat uw vingers niet bekneld raken.
• Schakel de unit niet in als de filters, het
waterreservoir en de luchtbevochtigingsbak
niet of niet goed zijn geïnstalleerd.
• De HEPA-filter en de geurfilter kunnen niet
worden gewassen en opnieuw worden
gebruikt. Als u dit wel doet, worden de
filterprestaties niet verbeterd en het
kan eveneens resulteren in elektrische
schokken of storingen.
• Reinig de buitenkant alleen met een zachte
doek. Gebruik geen vluchtige vloeistoffen
of reinigingsmiddelen. Het oppervlak
van de unit kan beschadigd raken of
barsten als u verfverdunner met benzeen
of schuurpoeder. Bovendien kunnen de
sensoren defect raken.
• Hoe vaak de luchtreiniger ontkalkt dient te
worden, is afhankelijk van de hardheid en
zuiverheid van het gebruikte water; hoe
harder het water, hoe vaker de luchtreiniger
zal moeten worden ontkalkt.
• Stel de luchtreiniger niet bloot aan water.
• Als u het waterreservoir bijvult, zorg
er dan voor dat er geen water uit het
waterreservoir lekt.
• Droog de buitenkant van het waterreservoir
af, indien u water heeft gemorst.
• Gebruik geen heet water (40ºC of warmer),
chemische middelen, aromatische
stoffen, vuil water of andere schadelijke
substanties. Als u dit wel doet kan dit
KC-G60_50_40EU_OM_WEST.indb 4
vervormingen aan de unit of storingen
veroorzaken.
• Gebruik alleen schoon kraanwater. Als u
ander water gebruikt, ontstaat het risico dat
schimmels of bacteriën ontstaan.
• Schud het waterreservoir niet terwijl u de
draaghendel vasthoudt.
• Verwijder de bevochtigingsfilter niet van
het filterframe, behalve als u dit vervangt.
• Vermijd het morsen van water van
de luchtbevochtigingsbak, als u deze
verwijdert of schoonmaakt.
• Verwijder de vlotter niet. Als deze los raakt,
zie NL-15.
• Gebruik geen schoonmaakmiddelen
voor het onderhoud van de
luchtbevochtigingsbak en -afdekking.
Dit kan vervormingen, vervuiling en
scheurtjes veroorzaken (waterlekkage).
• Vermijd hard borstelen bij het onderhoud
van het achterpaneel.
RICHTLIJNEN VOOR INSTALLATIE
• Vermijd plaatsen waar de sensoren worden
blootgesteld aan directe wind. Als u dit niet
doet, kan dit resulteren in storingen van de unit.
• Vermijd plaatsen waar meubels, stoffen of
andere objecten in contact kunnen komen
met de unit en de in- en uitlaat van lucht
kunnen verstoren.
• Vermijd plaatsen waar de luchtreiniger
wordt blootgesteld aan condens of grote
temperatuurswijzigingen. Een geschikte
kamertemperatuur ligt tussen 0 en 35ºC.
• Plaats de unit op een vlakke en stabiele
ondergrond en zorg dat een goede
luchtcirculatie mogelijk is. Als de unit op
een zwaar tapijt geplaatst wordt, kan
deze licht trillen. Plaats de unit op een
vlakke ondergrond om te voorkomen
dat er water uit het waterreservoir en de
luchtbevochtigingsbak kan lekken.
• Vermijd plaatsen waar vet of olieachtige
rook ontstaat. Als u dit niet doet, kan dit
resulteren in scheuren in de buitenkant van
de unit alsook in sensorstoringen.
• De stofverzamelingsfunctie van de unit is zelfs
effectief als de afstand tussen de unit en de
wand slechts 3 cm bedraagt. De omringende
wanden en vloer kunnen vuil worden. Plaats
de unit op afstand van de wand. De wand
direct achter de luchtuitlaat kan na verloop
van tijd vuil worden. Als u de unit gedurende
langere tijd op dezelfde plaats gebruikt, reinig
dan regelmatig de omringende wanden.
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK VAN DE FILTERS
• Volg de instructies in deze handleiding voor
een juiste verzorging en correct onderhoud
van de filters. (zie NL-13, NL-14, NL-15)
NL-4
2017-09-27 13:03:26