3. Rijden met de rolstoel via
de bedieningskast
3.1 Aan- en uitzetten van de
bedieningskast
Om met de rolstoel te kunnen rijden of om de
elektrische verstellingen te kunnen bedienen
moet de bedieningskast aan worden gezet.
Druk daartoe op de aan/uitknop (B in afb. 4).
3.2 Rijden met de rolstoel
Het rijden met de rolstoel gebeurt via de
joystick. Beweeg de joystick naar voren en de
rolstoel zal zich naar voren bewegen. Stuur
naar links en rechts en de rolstoel zal draaien.
3.3 Snelheid
De maximum snelheid is te regelen via de
snelheidsregelaar op de bedieningskast (F1
en F2 in afb. 4). De maximale snelheid wordt
weergegeven via LED lampjes boven de
snelheidsregelaars (D2 in afb. 4). Tijdens het
rijden is de snelheid te reguleren via de joystick.
Als de joystick een klein beetje wordt verplaatst
dan is ook de snelheid langzamer.
34
VR2 Contoller
Rev.A