NEDERLANDS
Electrische installatie van 2 of meer toestellen in master/slave:
Verbind 2 tot maximum 16 toestellen met mekaar door middel van symmetrische microfoonkabels van
goede kwaliteit. Het eerste toestel zal automatisch overschakelen naar Master Mode, alle andere
toestellen moeten in slave mode (SL1 of SL2) staan . Zie vorig hoofdstuk voor meer informatie.
Controleer of alle toestellen op het stroomnet zijn aangesloten.
Klaar!
Opmerking: u kunt een CA-8 of een RF-8R (RF-8SET) remote controller op het 'Master' toestel aansluiten
indien u een betere controle over het toestel wenst te hebben.
DMX AANSLUITINGEN
Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om
moet uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populaider want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~
Pins4+5 niet in gebruik.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen, moet u een
afsluitweerstand van 90Ω tot 120Ω aan het eind van de keten gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel,
dit zal eenvoudig niet werken!
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando's van de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie
zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
Traditionele DMX installatie voor een gewoon gebruik:
Sluit de DMX controller aan op alle projectoren door het signaal door te linken volgens het ketting principe.
Vergeet niet het DMX adres op alle toestellen in te stellen.
JB SYSTEMS
29/63
®
HANDLEIDING
lichtuitrustingen te bedienen. U
LED CROSSFIRE
NEDERLANDS
Speciale DMX installatie voor de speciale 1kanaals DMX MASTER/SLAVE functie (1MSL):
Sluit de DMX controller aan op alle projectoren door het signaal door te linken volgens het ketting principe,
behalve de LED-CROSSFIRE effecten. Deze worden op de ketting aangesloten via een kleine (in optie
verkrijgbare) "Mini DMX-splitter". Op deze manier kunnen de LED-CROSSFIRE effecten in master/slave
modus werken, terwijl de master toch nog steeds via 1 kanaal op de DMX controller kan aangestuurd
worden.
Vergeet niet de DMX adressen bij alle toestellen in te stellen. Op de LED CROSSFIRE effecten moet alleen
het DMX adres van de master ingesteld worden, de slaves worden gestuurd door de master.
HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In vorig hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres instellen).
Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk start adres u
zou moeten gebruiken omdat dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken Gelieve hiervoor de
handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
DMX-CONFIGURATIE VAN DE LED CROSSFIRE:
1 KANAALS MODUS
JB SYSTEMS
30/63
®
HANDLEIDING
4 KANAALS MODUS
LED CROSSFIRE