2. Inregelen luchthoeveelheid
1. Sluit de ramen en deuren.
2. Zet de ventielen en roosters maximaal
open.
3. Zet het toestel in de hoogste stand.
4. Meet de totale luchthoeveelheid op de
ventielen.
5. Stel m.b.v. de dipswitches het systeem af
op de juiste totaalcapaciteit.
6. Zet het toestel uit en aan om de instellingen
te activeren.
7. Regel de ventielen in op het juiste debiet
per ruimte.
8. Vul het meetrapport in.
1
1
-
2
-
3
Uit
4
Uit
Aan
5
Aan
6
Aan
Aan
6
-
7
-
8
-
9
-
DIP switch
2
3
4
-
-
-
-
-
-
Uit
-
-
-
-
Uit
-
-
-
-
Uit
Uit
-
Uit
Aan
-
Aan
Uit
-
Aan
Aan
P
[Pa]
st
700
9
600
8
500
7
400
6
300
5
200
4
3
100
2
1
0
0
100
Q
v
5
6
Aan
-
36
Uit
-
77
-
-
150
-
-
175
-
-
222
-
-
275
-
-
275
-
-
305
-
-
327
-
-
350
200
300
400
500
P
P
st
e
4
2,1
12
2,9
48
7,6
64
10,5
103
18,7
155
32,6
155
32,6
178
41,9
207
53,2
245
64,5
600
Q
[m³/h]
v
I
0,04
0,04
0,08
0,10
0,17
0,29
0,29
0,36
0,44
0,53
NL - 3