Wetenswaardigheden Over De Temperatuurmeting Op De Slaap; Ingebruikname; Het Meten Van Lichaamstemperatuur - Reer SoftTemp Instructions

Wetenswaardigheden over de tempera-
tuurmeting op de slaap
De contactloze thermometer meet de door de huid uitge-
straalde infrarood energie van de slapen. Hierbij wordt de
waarde van de uitgestraalde energie op de slapen gemeten
en met de omgevingstemperatuur in een lichaamstempera-
tuurwaarde omgezet. Het meetresultaat wordt binnen een
seconde weergegeven.
Van koorts spreekt men als de lichaamstemperatuur boven
de 38 graden Celsius stijgt. De koorts is een teken dat ons
lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers. Vergeli-
jk nooit temperaturen met elkaar die op verschillende
lichaamsdelen zijn gemeten, omdat ook bij gezonde
personen de temperaturen op verschillende lichaamsdelen
kunnen afwijken. De gemeten lichaamstemperaturen
kunnen ook variëren afhankelijk van het moment van de
dag en de leeftijd van de persoon. In principe wordt tussen
de lichaamstemperatuur en de oppervlaktetemperatuur
gekozen.
De gemeten lichaamstemperatuur (rectaal gemeten) kan in
vergelijking met de oppervlaktetemperatuur (op de slapen
gemeten), afhankelijk van het koortsverloop, hoger liggen. In
de fase van het stijgen van koorts conserveert het lichaam de
warmte binnenin. Dit leidt tot een tijdelijke afkoeling van de
huid bij reeds bestaande koorts. In dit geval kan de met een
contactloze thermometer gemeten oppervlaktetemperatu-
ur buitengewoon laag zijn. Hier wordt een controlemeting
aanbevolen met een gebruikelijke koortsthermometer die
geschikt is voor de rectale meting.
Een meting van de binnenste lichaamstemperatuur met een
rectale koortsthermometer wordt aanbevolen:
– als het meetresultaat verrassend laag is
– bij pasgeborenen gedurende de eerste 100 dagen
– bij kinderen onder 3 jaar die een kwetsbaar immuunsys-
teem hebben of die bij het optreden of niet-optreden van
koorts verontrustend reageren.
Als u niet zeker weet hoe u de resultaten moet interpreteren
of als er abnormale waarden voorkomen (bijv. koorts), kunt u
zich het beste tot uw huisarts wenden.
56

Ingebruikname

Bij eerst gebruik moeten de batterijen geplaatst worden in
de thermometer. Let daarbij er op dat u de batterijen met de
juiste polariteit (+/-) plaatst.
Lege batterijen horen niet thuis in de afvalbak. De
meegeleverde batterijen mogen niet worden opgeladen
of met andere hulpmiddelen gereactiveerd worden; niet
uit elkaar gehaald, in vuur geplaatst of kortgesloten wor-
den. De batterijen moeten milieuverantwoord verwijderd
worden. Verwijder de batterijen uit het apparaat als u de
thermometer voor langere tijd niet gaat gebruiken.

Het meten van lichaamstemperatuur

De thermometer is zo ontworpen dat hij de lichaamstempera-
tuur boven de wenkbrauwen, tussen het voorhoofd en de sla-
pen, meet. Als u de temperatuur op een andere lichaamsplek
meet, kunnen onnauwkeurige meetgegevens ontstaan.
– Verzeker u voor elke meting dat de sensor niet vervuild
is. Als dit het geval is, reinig de sensor overeenkomstig de
instructies op pagina 60.
– Controleer of het voorhoofd vochtig is (Cool Skin Effekt). Dit
moet absoluut droog zijn.
– De slapen moeten vrij zijn van vuil en cosmetica. Vermijd de
meting op eventueel bestaande littekens.
– Bloedvaatvernauwende medicijnen kunnen het meetresul-
taat beïnvloeden.
– Draagbare en mobiele communicatie-installaties kunnen de
thermometer beïnvloeden.
– Wacht met de meting ten minste 30 minuten na een sportie-
ve activiteit, na het baden of na het eten.
– Gebruik de thermometer indien mogelijk niet in de bui-
tenlucht, maar alleen binnenshuis. De externe invloeden
zoals wind en buitentemperatuur kunnen het meetresultaat
beïnvloeden.
– Als het apparaat uit een omgeving met externe buitentem-
peratuur naar binnen gebracht wordt, houd het minstens
een uur op kamertemperatuur voordat u een meting
uitvoert.
– Wanneer de thermometer voor de meting te lang wordt
vastgehouden, wordt het apparaat verwarmd. Dit kan tot
onjuiste meetresultaten leiden.
57