4.3 Vorstbewaking.
De OptiTherm is standaard voorzien van een vorstbeveiligingsfunctie. Dit houdt in dat wanneer
de ruimtetemperatuur beneden de ingestelde vorsttemperatuur komt, de luchtverwarmer(s) auto-
matisch worden ingeschakeld. Dit is ook het geval wanneer de stand verwarmen niet is ingescha-
keld. Standaard is de vorsttemperatuur ingesteld op 5°C u kunt dit, indien gewenst, wijzigen zie
hiervoor §5.2 temperatuur instelling wijzigen.
0
05.0 °C
01-03-2011
4.4 De stand verwarmen in-/uitschakelen.
Om de stand verwarmen in of uit te schakelen drukt u op de drukknop "verwarmen".
1
05.0 °C
01-03-2011
Op het display zal nu het vlam symbool verschijnen zodat u kunt zien dat de stand verwarmen is
ingeschakeld. Bij warmtevraag zal ook de statusbalk op het display verschijnen.
4.5 De stand ventileren in-/uitschakelen.
Om de ventilator van de luchtverwarmer in of uit te schakelen drukt u op de drukknop "ventile-
ren".
1
05.0 °C
01-03-2011
Op het display zal nu het ventilator symbool met een I of II verschijnen zodat u kunt zien dat de
ventilator is ingeschakeld.
Opmerking!
De stand ventileren kan tegelijk met de stand verwarmen worden gebruikt. Zo kunt u, indien ge-
wenst, tijdens de stand verwarmen de ventilator continu laten doordraaien.
4.6 Overwerktimer in-/uitschakelen.
Wanneer u buiten de geprogrammeerde schakeltijd(en) naar een andere bedrijfsstand wilt schake-
len kunt u gebruik maken van de overwerktimer.
Zie onderstaande afbeelding:
1 6.0
15.0 °C
01-03-2011
76
9
0 .
08:00
2
0 .
08:00
2
0 .
08:00
17:00
1x = 00:15
2x = 00:30
3x = 00:45
enz...
0 4.0
05.0 °C
08:00
01-03-2011
1 2.0
18.0 °C
17:00
01-03-2011
2 1.0
05.0 °C
08:00
01-03-2011
ingedrukt houden
± 3sec.
1 6.0
18.0 °C
17:00
00:15
01-03-2011