Table des Matières
Publicité
Informations générales
Conserver soigneusement les documents accompa-
gnant les réservoirs (certificat d'essai, certificat de
garantie) ! Vérifier (selon la liste de colisage jointe) si
la livraison est au complet et si les réservoirs et les ac-
cessoires fournis sont en parfait état.
Transport
Lors du transport, protéger les réservoirs contre tout
choc, toute chute et tout objet à pointes ! Ne pas les
traîner sur des sols rugueux ! Soulever les réservoirs
uniquement à l'état vide, par les poignées ou au
moyen d'un chariot élévateur à fourche approprié !
Installation
•
Pour le stockage de mazout et de carburant die-
sel, les réservoirs ne doivent être installés que
sur des systèmes de conteneurs à 25 réservoirs
au maximum, en 5 séries au maximum pour 5
réservoirs, dans des locaux de bâtiments ; ceci
s'applique également à l'installation angulaire
ou étagée (3 séries au maximum).
•
Un espace collecteur n'est pas requis (observer
les exigences différentes relatives aux prescripti-
ons nationales dans les zones protégées).
•
Le sol doit être solide, horizontal, et plan.
•
Les murs, plafonds et portes doivent être au
moins ignifuges (F30).
•
Des installations de réservoirs jusqu'à 5000 l peu-
vent être installées à l'intérieur de la chambre de
chauffe, avec une distance d'au moins 1 m entre
le réservoir et le brûleur (les écarts différents sont
possibles en fonction des prescriptions nationa-
les, FeuVo). Installations de réservoirs > 5000 l
dans un local de stockage indépendant.
•
L'identification (plaque signalétique) du réservoir
doit être dirigée du côté visible et accessible !
•
Respecter les autres prescriptions nationales (en
particulier VAwS et règlement de construction).
Algemeen
De van de tanks gehaalde papieren (testrapport, garan-
tiebewijs) zorgvuldig bewaren! Volledigheid (volgens bij-
gevoegde paklijst) en onberispelijke toestand van de
tanks en het geleverde toebehoren controleren.
Transport
Tanks bij transport en tussenopslag beschermen tegen
stoten, vallen en tegen scherpe voorwerpen! Niet over
ruwe bodems slepen! Tanks alleen in lege toestand
aan de handgrepen of met heftruck onder de bodem
optillen!
Opstelling
•
Voor de opslag van stookolie en dieselbrandstof
mogen de tanks in systeemverband met maxi-
maal 25 tanks in max. 5 rijen van elk 5 tanks in
ruimtes van gebouwen; ook hoek- en trapopstel-
lingen (maximaal 3 rijen) worden opgesteld.
•
Een opvangruimte is niet nodig (In beschermde
gebieden afwijkende eisen van de nationale vo-
orschriften in acht nemen).
•
De vloer moet draagkrachtig, waterpas en vlak
zijn.
•
Muren, plafonds en deuren moeten minimaal
vlamvertragend zijn (F30).
•
Tankinstallaties tot 5000 l mogen in een verwar-
mingsruimte worden geplaatst, met min. 1 m af-
stand tussen tank en brander (afwijkende afstan-
den zijn al naargelang de nationale voorschriften
mogelijk, FeuVo). Tankinstalalties > 5000 l in een
eigen opslagruimte.
•
De markering (typeplaatje) van de tanks moet
aan de zichtbare en bereikbare kant zitten!
•
Overige nationale voorschriften (met name VAwS
en Bouwverordening) in acht nemen.
Distances
•
Distances par rapport aux murs pour l'installati-
on en une série de 5 réservoirs au maximum :
au moins 40 cm par rapport à une face longitu-
dinale. Pour une installation en trois séries : au
moins 40 cm par rapport à une face frontale et
à une face longitudinale contiguë. Pour une in-
stallation en quatre ou cinq séries au moins
40 cm par rapport à une face frontale et à deux
faces longitudinales contiguës (voir fig. 1).
Toutes les distances restantes entre le mur et le
réservoir doivent être d'au moins 5 cm à l'état
rempli.
•
La distance par rapport au plafond doit être suf-
fisante pour le montage sans difficulté de l'indi-
cateur des valeurs limites, c'est-à-dire d'au
moins 210 mm à partir du bord supérieur du
raccord (veiller à ce que la sonde de fuite soit vi-
sible et accessible). Pour une distance par rap-
port au plafond de plus d'1 série, au moins
60 cm à partir du fond supérieur du réservoir
("accessibilité") ; exception autorisée : pour 2
séries de réservoirs avec chacun une distance
par rapport au mur de 40 cm sur les deux faces
longitudinales et sur une face frontale.
•
Les entraxes des réservoirs au sein de la série de
780 mm et entre les séries de 780 mm
(DWT 620) / 1150 mm (DWT 1000 l), sont dé-
terminées par la pièce d'écartement suspendue
dans le le montant à pieds.
Montage
•
Avant l'installation, vérifier si les réservoirs ne
présentent aucun dommage et si les accessoires
appropriés sont au complet !
•
Utiliser uniquement des pièces Roth d'origine
pour connecter les réservoirs les uns en dessous
des autres !
•
Il est indiqué de prémonter en particulier les
conduites remplissage et purge complètement
ou partiellement et de les poser comme un en-
semble sur la série de réservoirs.
Afstanden
•
Muurafstanden: bij opstelling in een rij met maxi-
maal 5 tanks minstens 40 cm tot tot één lange zi-
jde. Bij opstelling in twee tot drie rijen minstens
40 cm tot een korte zijde en een aangrenzende
lange zijde. Bij opstelling in vier tot vijf rijen min-
stens 40 cm tot een korte zijde en twee aangren-
zende lange zijden (zie afb. 1).
Alle overige afstanden tussen muur en tank moe-
ten minstens 5 cm in gevulde toestand bedragen.
•
Afstand tot het plafond: minstens 210 mm vanaf
de bovenkant van de sok om de grenswaardenin-
dicator probleemloos te monteren (zichtbaarheid
en toegankelijkheid van de lekkagesonde in acht
nemen). Bij meer dan 1 rij plafondafstand min-
stens 60 cm vanaf de tankbovenzijde („begaan-
baarheid"); uitzondering toegestaan: bij 2 tankri-
jen met elk 40 cm muurafstand aan beide lange
zijden en een korte zijde.
•
Tankmiddenafstanden: binnen de rij 780 mm en
tussen de rijen 780 mm (DWT 620) / 1150 mm
(DWT 1000 l), worden door afstandhouders, die op
het onderstel worden geklikt, geregeld.
Montage
•
Voor opstelling van de tanks controleren of ze
niet beschadigd zijn en of het juiste toebehoren
aanwezig is!
•
Gebruik voor de onderlinge verbinding van de
tanks alleen originele
Roth-onderdelen!
•
Het is zinvol vooral de leidingen voor het vullen en
ontluchten compleet of gedeeltelijk vooraf te
monteren en in zijn geheel op de tankrij te zetten.
•
Alle O-ringen voor het plaatsen invetten.
•
De door de opdrachtgever aan te leggen verlengen-
de vulleiding moet bestand zijn tegen een werkdruk
van 10 bar.
•
Door de aansluiting en tijdens bedrijf mogen
geen ongeoorloofde krachten vanuit de verlen-
gende buizen (vulling, ontluchting) op de
tanksokken worden uitgeoefd.
•
Lubrifier tous les joints toriques avant de les
poser.
•
La conduite de remplissage à poser par le client
doit résister à une pression de service de
10 bars.
•
Aucune force inadmissible des conduites conti-
nues (remplissage, purge) ne doit être exercée
sur les raccords de réservoirs au moyen de la
connexion ou en cours de fonctionnement.
•
Pour cette raison, poser les tuyaux partant du
1er réservoir sour forme d'un « Z », avec une
légère inclinaison vers le réservoir.
•
La branche longue du « Z » (entre les deux arcs
horizontaux à 90°) devrait avoir une longueur
d'environ 1 m.
•
Toujours monter la robinetterie de prélèvement
(système de prélèvement non communiquant
avec indicateur des valeurs limites intégré) sur le
1er réservoir dans le sens du remplissage
(v. fig. 1).
•
Pour l'installation angulaire, il s'agit du premier
réservoir de la plus longue série. Aucune des
séries suivantes ne doit être plus longue que les
séries précédentes (v. fig. 3).
•
Pos. 18 La robinetterie de prélèvement avec
GWG et tuyau flexible d'aspiration ainsi que
Pos. 20 la soupape à fermeture rapide (montée
au préalable avec raccord fileté en T) sont li-
vrées séparément afin de mettre, grâce au
montage séparé, le SV en position d'aspiration
appropriée (en fonction du nombre de séries, v.
fig 2 et 3)
•
Tous les raccords vissés doivent être serrés défi-
nitivement après le montage préliminaire !
•
Montage et réglage de l'indicateur des valeurs
limites conformément aux instructions du fabri-
cant également fournies.
•
Après le premier remplissage, vérifier l'étanchéité
de tous les raccords vissés et, le cas échéant, res-
serrer ces derniers !
•
Veiller au remplissage uniforme des réservoirs.
Contrôler le fonctionnement des indicateurs de
niveau.
•
Daarom moeten de verlengende buizen vanaf de
1e tank in een horizontale „Z" worden gelegd
met een lichte helling naar de tank.
•
Het lange „Z"-been (tussen de twee horizontaal
liggende 90°- bogen) dient ca. 1m lang te zijn.
•
Aftap-verzamelarmatuur (enkelstrengsysteem
niet communicerend met geïntegreerde grens-
waardenindicator) altijd op de 1e tank in vul-
richting gezien monteren (zie afb. 1).
•
Bij hoekopstelling is dit de eerste tank in de lang-
ste rij. Geen van de volgende rijen mag langer
zijn dan de voorgaande (zie afb. 3).
•
Pos. 18 aftaparmatuur met GWI en zuigslang als-
mede pos. 20 snelsluitventiel (voorgemonteerd
met T-stuk) worden gescheiden geleverd om door
de aparte montage het SV aan de juiste (en voor-
geschreven) centrale afzuigpositie te brengen (af-
hankelijk van het aantal rijen, zie afb. 2 en 3)
•
Alle schroefverbindingen na de voormontage de-
finitief vastdraaien!
•
Montage en instelling van de grenswaardenindi-
cator conform de meegeleverde opgaven van de
fabrikant.
•
Na de eerste keer vullen alle schroefverbindingen
op dichtheid controleren en eventueel aandraaien!
•
Op gelijkmatige vulling van de tanks letten, wer-
king van de vulstandmeters controleren.
Publicité
Table des Matières
