10.4.1
Tabel met alarmen
Bescherming/
Storing
Stand-by
Normaal draaiend
Storing onderste T2-sensor
watertemperatuur
Storing bovenste T3-sensor
watertemperatuur
Storing temperatuursensor
verdamper
Storing temperatuursensor
retourlucht
Storing
omgevingstemperatuursensor
Hogedrukbeveiliging (HP
Switch)
Lagedrukbeveiliging (LP-
schakelaar)
Bescherming
tegen
oververhitting
(HTP-
schakelaar)
Ontdooien
Communicatiefout
11. Normaal onderhoud
11.1 Waarschuwingen
Let op: controleer alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren of het apparaat niet onder stroom staat en niet onbedoeld
of onopzettelijk elektrisch kan worden gevoed. Het is daarom noodzakelijk om de stroomtoevoer los te koppelen alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Cod. 1910000001165 - nv01
Code
Reeks
Fout
LED knippert
Uit
Aan
●
PP1
(1 knippert 1 uit)
●
PP2
(2 knipperen 1 uit)
●
PP3
(3 knipperen 1 uit)
●
PP4
(4 knipperen 1 uit)
●
PP5
(5 knipperen 1 uit)
●
EE1
(6 knipperen 1 uit)
EE2
(7 knipperen 1 uit)
EE3
(8 knipperen 1 uit)
Ontdooien
aangegeven
(continu knipperend)
EE8
aan
ALARMTABEL
Mogelijke oorzaak
1) Sensorcircuit geopend
2) sensor kortgesloten
1) Sensorcircuit geopend
2) sensor kortgesloten
1) Sensorcircuit geopend
2) sensor kortgesloten
1) Sensorcircuit geopend
2) sensor kortgesloten
1) Sensorcircuit geopend
2) sensor kortgesloten
1) Inlaatluchttemperatuur te hoog
2) Weinig water in de het reservoir
3) De elektronische expansieklep is
geblokkeerd
4) Te veel koelmiddel
5) Schakelaar beschadigd
6) Niet-gecomprimeerd gas in het
koelcircuit
1) Inlaatluchttemperatuur te laag
2) De elektronische expansieklep is
geblokkeerd
3) Te weinig koelmiddel
4) Schakelaar beschadigd
●
5) De ventilatorconstructie werkt niet
1) Inlaatluchttemperatuur van het
reservoir is te hoog
2) Schakelaar beschadigd
●
...
- 111 -
Nederlands
Corrigerende acties
1) controleer de sensoraansluitingen
2) Vervang de sensor
1) controleer de sensoraansluitingen
2) Vervang de sensor
1) controleer de sensoraansluitingen
2) Vervang de sensor
1) controleer de sensoraansluitingen
2) Vervang de sensor
1) controleer de sensoraansluitingen
2) Vervang de sensor
1) Controleer of de
inlaatluchttemperatuur boven de
limiet is
2) Controleer of het reservoir vol is. Zo
nodig vullen
3) Vervang de elektronische
expansieklep
4) Tap een deel van het koelmiddel af
5) Vervang de schakelaar
6) Het koelmiddel aftappen en bijvullen
1) Controleer of de
inlaatluchttemperatuur onder de
limiet is
2) Vervang de elektronische
expansieklep
3) Vul het koelmiddel bij
4) Vervang de schakelaar
5) Controleer of de ventilator
draait tijdens de werking van de
compressor. Als deze niet draait
moet de ventilatorconstructie
worden vervangen.
1) bij een watertemperatuur in
het reservoir > 85°C, stopt de
schakelaar ter bescherming
het apparaat. Als de normale
omstandigheden (bovenste
T-sensor <60°C) terugkeren, start
het apparaat opnieuw op.
2) Vervang de schakelaar