2. het autostoeltje mag alleen geïnstalleerd
worden op zetels uitgerust met gordel met drie
punten conform het reglement Un/eCe nr. 16 of
overeenstemmende wet (fig. 2A-2). NB: Men
raadt aan de passagierszetel vooruit te
schuiven om te voorkomen dat het kind er
tegen stoot (fig. 2B).
3. het stoeltje doen steunen op de zetel van de
auto en hierbij aandachtig letten op de correcte
plaatsing (fig. 3A-1). LET OP de verkeerde
installaties getoond op fig. 3A-2.
4.
Om
de
volgende
vergemakkelijken, de zetel naar beneden doen
door in te grijpen op de "l"-hendel zoals op
de figuur wordt getoond. Voor bijkomende
details over de werking van het naar beneden
doen van de zetel, zie punt 25 en de
desbetreffende afbeeldingen.
5. Schema van de verplichte passages van de
autogordel.
6. De buikgordel "A" onder de haken b1 en b2
doen gaan.
7. De diagonale gordel "D" in de haak C1 doen
gaan zoals wordt aangetoond in de sequentie:
7A, 7b, 7C, 7D. BELANGRIJK: Met kracht aan
de gordel trekken zoals wordt aangetoond
op fig. 7-E om alle eerder beschreven
passages in spanning te brengen. Nota:
naargelang de plaatsing van het stoeltje in de
auto (rechts of links) de haak "C1" of "C2"
gebruiken. nooit beide gebruiken.
8. Controle van de correcte passage van de
gordels na de punten 6 en 7.
BESCHRIJVING van het autostoeltje met het
systeem ISOFIX UNIVERSALE (vers. 157)
9. het autostoeltje is voorzien van een
universeel systeem van verankering aan de
auto, ISOFIX, van de categorie of klasse: A, b
en b1. De onderdelen benadrukt op de figuur
dienen voor de installatie en de afstelling van
het systeem ISOFIX.
INVOER van het autostoeltje met het systeem
ISOFIX UNIVERSALE (vers. 157)
10. Inleiding tot enkele veel voorkomende
symbolen:
10A. Aandachtig de gebruikshandleiding van
het autostoeltje lezen.
10B. Aandachtig de gebruikshandleiding van
het voertuig lezen.
10C. Duidt aan dat het autostoeltje voorzien is
van het systeem ISOFIX (overeenkomstig eCe 44).
GEBRUIKSAANWIJZING
10D. Duidt de plaats van het antidraai-punt van
het stoeltje aan (3° punt of top-tether).
11. het autostoeltje is voorzien van 2 onderste
verankeringspunten Isofix "I" en een bovenste
punt "t" genoemd top-tether (figuur 11A). Nota:
Om de overeenstemming van deze drie punten
op het eigen voertuig te vinden, moet men
aandachtig de handleiding van de auto lezen.
Opgelet: De verankering top-theter niet
verwarren met de ringen voorzien voor het
vasthechten van de bagage (fig. 11b). De correcte
operaties
te
passage van de gordel top-tether is diegene
afgebeeld op fig. 11C (in het bovenste gedeelte
van de rugleuning en niet boven de hoofdsteun).
12. De plaatsing van de verankeringspunten
Isofix op de zetel verifiëren aan de hand van de
handleiding van de auto.
13. De plaatsing van het 3° verankeringspunt
Isofix verifiëren aan de hand van de handleiding
van de auto. Nota: naargelang het model van de
auto kan het 3° verankeringspunt zich op
verschillende plaatsen bevinden (in de figuren
13A, 13b, 13C, 13D, 13e worden enkele
voorbeelden getoond).
INSTALLATIE van het autostoeltje met het
systeem ISOFIX UNIVERSALE (vers. 157)
14. De onderste verankeringspunten uittrekken:
de toets "S" indrukken, de hendel "R" doen
draaien, het handvat "U" vastgrijpen en volledig
uittrekken tot aan de mechanische blokkering
(zoals op de figuur wordt getoond).
15. beide onderste verankeringspunten van het
stoeltje aan die van de auto aanhaken (fig. 15A).
men zal opmerken dat de trekkers "t1" e "t2"
inspringen en hierbij de RODe markering
verbergen en de GROene markering tonen die
wijst op een correct vasthaken (fig. 15b).
OPGELET: men moet controleren of het stoeltje
goed aan de auto is vastgehecht door met de
handen aan het stoeltje te trekken! nota: De
onderste verankeringen Isofix kunnen geregeld
worden om zich aan te passen aan de
verschillende autozetels.
16. Om de achterkant van het autostoeltje te
doen samenvallen met de rugleuning van de
zetel moet men: A. Om de eerste plaats van de
onderste verankeringen los te maken moet men
drukken op de drukknop "S" en draaien aan de
hendel "R" en hierbij het stoeltje duwen in de
richting aangeduid op de figuur tot men een "KlIK"
hoort. b. het autostoeltje krachtig duwen zoals
66