NEDERLANDS
POWERPIXEL4-RGB modi:
03CH: alle 4 projectors samen RGB
04CH: alle 4 projectors samen RGB + master-dim/audio/strobekanaal
05CH: alle 4 projectors samen RGB + master-dim + audio/strobekanaal
06CH: 2 groepen van 2 projectors RGB + RGB
12CH: alle projectors individueel RGB
15CH: alle projectors individueel RGB + 3 kanalen voor speciale functies.
16CH: alle projectors individueel RGB + master-dim
POWERPIXEL8-RGB modi:
03CH: alle 4 projectors samen RGB
04CH: alle 4 projectors samen RGB + master-dim/audio/strobekanaal
05CH: alle 4 projectors samen RGB + master-dim + audio/strobekanaal
06CH: 2 groepen van 4 projectors RGB + RGB
12CH: 4 groepen van 2 projectors RGB + RGB + RGB + RGB
24CH: alle projectors individueel RGB
27CH: alle projectors individueel RGB + 3 kanalen voor speciale functies
32CH: alle projectors individueel RGB + master-dim
Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
Opmerking: op RDM-compatibele controllers kan deze optie ook op afstand worden ingesteld.
SLAVEMODUS
Wordt gebruikt om de projector in de installatie voor master/slave als slave in te stellen.
Druk op de toets MODE totdat er SLAVE MODE op het scherm wordt weergegeven.
Verbind de projector met een master.
Opmerking: alleen te gebruiken wanneer de DMX-lijn exclusief uitgerust is met hetzelfde model projectoren
GELUIDMODUS
Gebruikt om de projector op alleenstaande geluidsmodus in te stellen met verschillende chases die
in eindeloze loops worden afgespeeld.
Druk op de MODE-toets totdat "SOUND MODE" op de display verschijnt.
Druk op de ENTER-toets: de gevoeligheid van de microfoon (SENS) kan worden ingesteld van 00 tot 31.
Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-toetsen de waarde te wijzigen.
Druk op de ENTER-toets: de herhaalsnelheid (REP) van de chases kan worden ingesteld van 00 tot 99.
Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-toetsen de waarde te wijzigen.
AUTO RUN (SIMPELE AUTOMATISCHE WERKING)
Gebruikt om de projector op alleenstaande automodus in te stellen met verschillende chases die in
eindeloze loops worden afgespeeld.
Druk op de MODE-toets totdat "AUTO RUN" op de display verschijnt.
Druk op de ENTER-toets: de afspeelsnelheid van de chases kan worden ingesteld van 00 tot 99.
Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-toetsen de waarde te wijzigen.
Druk op de ENTER-toets: de herhalingen (REP) van de chases kan worden ingesteld van 00 tot 99.
Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-toetsen de waarde te wijzigen.
EFFECTMODUS
Wordt bij gebruik als master gebruikt om de gewenste effectmodus in te stellen.
Druk de toets MODE totdat de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
Druk de toets ENTER: de waarden kunnen worden gewijzigd.
Gebruik de toetsen DOWN en UP om de gewenste modus te selecteren: 01. Tot 13. XXXXXX
(verschillende chases, kleurovergangen, kleurwisselingen, effecten, ...
Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
Gebruik de toetsen DOWN en UP om de gewenste weergavesnelheid, tussen 01 (erg langzaam) en
99 (snel) te selecteren.
Druk zodra de gewenste waarde op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
Gebruik de toetsen DOWN en UP om de gewenste stroboscoopsnelheid, tussen 00 (GEEN
stroboscoop) en 99 (snel) te selecteren.
Druk zodra de gewenste waarde op het scherm wordt aangegeven de toets ENTER om hem op te slaan.
BRITEQ
®
37/79
GEBRUIKSAANWIJZING
POWERPIXEL4+8-RGB