GEBRUIKSBEPERKING / WAARSCHUWING
�
De beenlussen sluiten
�
Beenlussen, zit- en schoudergordel aanpassen
(tussen gordel en lichaam moet nog een vlakke
hand plaats hebben), opvangringen (met kente-
ken "A") op de hoogte van het borstbeen,
houdringen voor in het midden resp. zijdelings
aan de heupgordel.
5. Zo kiest u een bevestigingspunt:
Het bevestigingspunt (bevestigingsinrichting) voor
de persoonlijke valbeveiligingsuitrusting moet
volgens EN 795 een kracht van 12 kN te weersta-
an resp. aan de eisen volgens de handleiding van
het gebruikte valbeveiligingssysteem voldoen. Het
bevestigingspunt dient zich altijd boven de gebruiker
te bevinden.
De verbinding tussen gordel en bevestigingspunt
moet volgens de norm voor het betreffende gebruik-
passend en gecontroleerd zijn:
�
Opvangsysteem (bijv. valdemper volgens EN 355,
meelopend opvangapparaat volgens EN 353-1/2,
hoogtebeveiligingsapparaat volgens EN 360)
�
Terughoudsysteem (bijv. verbindingsmiddel
volgens EN 354 of EN 358)
�
Werkpositiesysteem (bijv. verbindingsmiddel
volgens N 354 of EN 358)
�
Systeem voor touwondersteunde toegang (bijv.
touwinstellingsapparaat volgens EN 12841, touw
volgens EN 1891)
Het is voor de veiligheid essentieel de positie van
de bevestigingsinrichting en de manier waarop het
werk uitgevoerd wordt zo te kiezen, dat de vrije val
en de hoogte van de val tot een minimum be-
perkt worden. Het is voor de veiligheid essentieel
voor ieder gebruik de benodigde vrije ruimte onder
de werkpositie van de gebruiker te garanderen
(vermijding van een smak met de grond of een
obstakel).
Als positioneringssysteem in een opvangsysteem
mag uitsluitend een opvanggordel gebruikt
worden.
Verbindingsmiddelen mogen niet over scherpe ran-
den lopen! Pendelbewegingen bij vallen dienen
door de keuze van het bevestigingspunt vermeden
te worden.
22
GEBRUIKSBEPERKING
Voer met dit product geen werkzaamheden uit
wanneer Uw veiligheid bij normaal gebruik of in
een noodgeval door Uw lichamelijke of geestelijke
toestand in gevaar zou kunnen komen!
Veranderingen of toevoegingen, die niet uitdrukkelijk
in deze informatie van de fabrikant beschreven zijn,
zijn verboden en mogen uitsluitend door de fabrikant
uitgevoerd worden.
Het aanbrengen van individuele opschriften/aandui-
dingen op de textiele bestanddelen van de producten
m.b.v. permanent marker of stickers is niet toegesta-
an, omdat deze producten chemicaliën bevatten die
de sterkte van het materiaal kunnen aantasten.
VOOR GEBRUIK AANDACHT SCHENKEN
AAN HET VOLGENDE!
Voor de inzet moet het product op het oog gecon-
troleerd worden, om zeker te zijn dat het compleet
en gebruiksklaar is en correct functioneert.
Wanneer het product door een val belast werd dient
het ogenblikkelijk buiten gebruik gesteld te worden.
Zelfs bij de minste twijfel moet het product terzijde
gelegd worden resp. mag pas weer gebruikt worden
wanneer een vakkundige persoon na controle schrif-
telijk toestemming gegeven heeft.
Er dient voor gezorgd te worden dat de aanbeve-
lingen voor gebruik met andere bestanddelen in
acht genomen worden:Andere componenten van het
systeem voor persoonlijke opvang moeten voldo-
en aan de relevante geharmoniseerde normen van
verordening (EU) 2016/425.Door combinatie van
uitrustingsonderdelen die een veilige functie van een
uitrustingsonderdeel of de samengestelde uitrusting
beïnvloedt, brengt u zichzelf in gevaar!
Zorg ervoor dat alle componenten compatibel zijn.
Zorg ervoor dat alle componenten correct geplaatst
zijn. Wanneer dit niet het geval is wordt het risico
van zwaar of dodelijke letsel vergroot. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker dat voor een
relevante en „actuele" inschatting van het risico van
de uit te voeren werkzaamheden, die ook noodge-
vallen includeert, gezorgd wordt.
Een plan voor reddingsmaatregelen, dat alle
voorstelbare noodgevallen voorziet, moet voor
gebruik voorhanden zijn. Voor en gedurende het ge-
bruik moet overdacht worden hoe de reddingsmaat-
regelen veilig en effectief uitgevoerd kunnen worden.