Franchissement Des Côtes - marklin 01 Serie Mode D'emploi

Connexion des voies ferrées
Pour éviter des pertes de potentiel sur l'installation, il faut veiller à ce que
les éclisses de liaison des rails soient toujours parfaitement adaptées. Une
nouvelle alimentation électrique est conseillée tous les 2 à 3 m au moyen des
griffes d'alimentation 5654. L'utilisation des étriers de maintien 56031 sur des
réseaux temporaires permet de réduire également les pertes de courant.
Franchissement des côtes
Contrairement à l'original, la maquette est également en mesure de franchir
des côtes assez importantes. En temps normal, une côte devrait être de l'ordre
de 3% maximum. A l'extrême limite, 5% sont envisageables avec une puissance
du train réduite en conséquence. Le début et la fin de la côte doivent en tous
cas être arrondis. La différence de pente entre deux éléments de voie d'au
moins 300 mm de longueur doit être de 1 à 1,5% maximum.
Circulation sur voies et aiguillages en courbe
En cas de configuration d'aiguillages défavorable, le chasse-pierres peut
éventuellement heurter le capot d'un moteur d'aiguillage. Dans ce cas, installez
le moteur d'aiguillage de l'autre côté de celui-ci.
Attention:
Lors de la première mise en route de la locomotive sur votre réseau ferroviaire,
il est conseillé de faire rouler le modèle réduit à basse vitesse et avec prudence
sur l'ensemble des voies. Veillez à ce que la locomotive ne heurte aucun objet
sur le réseau ou y reste immobilisée.
Cette locomotive ne peut emprunter que des courbes d'un rayon minimal de 1020
mm. L'attelage à vis monté sur le devant de la locomotive ne peut servir que pour
accoupler des wagons en vitrine. Plus grand est le rayon d'inscription en courbe,
plus réaliste est l'aspect de la locomotive sur le réseau. Outre l'avantage optique
obtenu avec des voies à grand rayon de courbure, on bénéficie évidemment
d'une moindre usure des roues et de la voie. Un réseau en forme de cercle
composé uniquement de rails courbes d'un rayon de 1020 mm représente par
conséquent la contrainte la plus forte pour le matériel.
La condition de base pour une exploitation comportant une usure minimale et
un bon contact électrique est un nettoyage régulier des voiesdu réseau. Pour ce
faire, n'utilisez pas d'agents de nettoyage agressifs. L'utilisation d'un spray de net-
toyage pour composants électroniques peut améliorer la sécurité d'exploitation.
Betrieb auf der Anlage • Operation on a layout •
Aansluiting van de sporen
Om spanningsverlies op de modelbaan te voorkomen moeten de raillassen
altijd goed op elkaar aansluiten. Om de 2 à 3 meter moet de voeding opnieuw
op de rails gezet worden. Daarbij zijn de aansluitklemmen 5654 aan te raden.
Het gebruik van de railklemmen 56031 bij tijdelijk opgebouwde modelbanen
vermindert eveneens het spanningsverlies.
Berijden van hellingen
In tegenstelling tot het grote voorbeeld kunnen met een modelbaan ook
grotere hellingen bereden worden. Normaal moet een helling maximaal 3 pro-
cent zijn. In extreme gevallen is maximaal 5 procent mogelijk, maar dan moet
rekening gehouden worden met een evenredig verlies aan vermogen. Het
begin en het einde van de helling moeten altijd gerond worden. Het verschil
in de helling tussen twee tenminste 300 mm lange railstukken mag maximaal
1 à 1,5 procent bedragen.
Rijden op gebogen rails en wissels
Bij een ongunstige constellatie kunnen de baanruimers van de locomotieven
eventueel met de stelknop op de wisselaandrijving in aanraking komen. Mon-
teer in dat geval de wisselaandrijving aan de andere kant van het wissel.
Voorzichtig:
bij de eerste rit op uw baan dient u langzaam en voorzichtig de hele baan af
te rijden. Let er daarbij op dat de locomotief geen voorwerpen op uw baan
raakt of daarachter blijft hangen.
Deze loc rijdt alleen op gebogen rails met een radius groter of gelijk aan
1020 mm. De aan de voorzijde gemonteerde schroefkoppeling is alleen voor
het aankoppelen van wagens in de vitrine geschikt. Hoe groter de gekozen
minimale radius is, des te voorbeeldgetrouwer is het verschijningsbeeld van
de locomotief op de baan. Naast het optische voordeel ontstaat er bij grotere
radiussen ook minder slijtage aan locomotief en rails. De grootste belasting
voor het materiaal is daarom een cirkelvormige baan van uitsluitend gebogen
rails met een radius van 1020 mm.
Een basisvoorwaarde voor het voorkomen van contactproblemen en overma-
tige slijtage is, het regelmatig reinigen van de spoorbaan. Gebruik hiervoor
geen scherpe reinigingsmiddelen. Door het gebruik van contactspray, verkri-
jgbaar in de elektronicawinkel, kan de bedrijfszekerheid verhoogd worden.
Exploitation sur réseau • Bedrijf op een modelbaan
22