8- Elektronische horizontale luchtbel & nummer van record
9- Opname indicatie
10- Instrumentfoutwaarschuwing
11- Timer
12- Enkele / continue afstandsmeting
13- Batterij
14- Tussenlijn 1
15- Tussenlijn 2
16- Tussenlijn 3
17- Samenvatting lijn
3. Eerste bediening en instelling
3-1. In- en uitschakelen
Schakelt het instrument en de laser in.
Druk langer op deze knop om het instrument uit te
schakelen.
Het instrument schakelt automatisch uit na drie minuten
inactiviteit.
3-2. Knop Wissen
De laatste actie is geannuleerd of de gegevensweergave is
gewist. Als u in de modus Geschiedenisopslag tegelijkertijd op de
knop Opslag en de knop Wissen drukt, worden alle opslaggegevens
in het geheugen gewist.
3-3. Referentieniveau-instelling (zie "Afbeelding D")
De standaard referentie-instelling bevindt zich aan de achterkant
van het instrument.
Druk op deze knop
te maken. Een speciale pieptoon klinkt wanneer de referentie-
instelling wordt gewijzigd. Na een herstart keert de referentie
automatisch terug naar de standaardinstelling (achterreferentie).
om de selectie uit het eindstuk, voorkant
84