Interval voor onderhoud en inspectie: Dagelijks (elke
10 gebruiksuren)
Vervangen: Jaarlijks (elke 200 gebruiksuren)
Vervang de brandstofleiding elk jaar, ongeacht hoe vaak
u het apparaat gebruikt. Brandstoflekkage kan brandge-
vaar opleveren.
Als u tijdens inspectie tekenen van brandstoflekkage
opmerkt, vervangt u de brandstofleiding dan onmiddellijk.
Periodiek onderhoudsschema
Gebruiksduur
Onderdeel
Motorolie
Bevestigingsdelen
(bouten, moeren)
Brandstoftank
Gashendel
I-O (aan/uit)-
schakelaar
Luchtfilter
Bougie
Ventilatiesleuven en
cilinderkoelvinnen
Brandstofleiding
Brandstoffilter
Klepspeling (inlaatklep
en uitlaatklep)
Motor reviseren indien
nodig
Carburateur
Pompwerk
Filter
*1 Verricht het eerste verversen na het 20ste gebruiksuur.
Zorg voordat u de olie gaat verversen dat u de afgewerkte olie veilig kunt wegdoen. Giet geen olie in een goot of
afvoerputje, over tuinaarde of in open water. Volg uw plaatselijke milieuvoorschriften voor de beste wijze om afge-
werkte olie weg te doen.
*2 Laat de inspectie na 200 gebruiksuren verrichten bij een bevoegde onderhoudsdienst.
Inspecteren/bijvullen
Vervangen
Inspecteren
Reinigen/inspecteren
Brandstof aftappen
Werking controleren
Werking controleren
Reinigen
Inspecteren
Reinigen/afstellen
Reinigen/inspecteren
Inspecteren
Vervangen
Reinigen/vervangen
Inspecteren/afstellen
Brandstof aftappen
Reinigen
Inspecteren/reinigen
BOUTEN, MOEREN EN SCHROEVEN
INSPECTEREN
– Draai loszittende bouten, moeren e.d. vast.
– Controleer of de brandstoftankdop en de olietankdop
stevig dicht zitten. Controleer op brandstof- of olielek-
kage.
– Vervang beschadigde onderdelen door nieuwe, voor
een veilige werking.
ONDERDELEN RENIGEN
– Houd de motor altijd schoon door die met een lap af
te vegen.
– Houd de cilinderkoelvinnen vrij van vuil en stof. Stof of
vuil dat aan de vinnen kleeft kan op den duur de zui-
ger doen vastlopen.
Voor elk
Dagelijks
gebruik
(10 uren)
50 uren
200 uren
*1
*2
*2
*2
Voor
opslag
47