5
Inbedrijfstelling
5.1
Initialisatie uitvoeren
Zorgen dat het reservoir van de afscheider tot het rustniveau met schoon water is gevuld en de afstand van de sensorvin-
ger tot de waterlijn (rustniveau) 50 cm bedraagt (standaardconfiguratie).
De stekker in het stopcontact steken.
De initialisatie van de besturingskast start automatisch.
Bij de initialisatie wordt de volgende invoer verwacht:
|Taal|
|Datum/tijd|
|Standaard|
|Nominale grootte|
|Kalibratie|
Voor foutvrije metingen moet de informatie voor
De informatie is op het typenplaatje van de installatie te vinden. De
water op rustniveau en met de sensoren in de juiste positie.
Informatie in de besturingskast invoeren
Met de pijltjestoetsen kiezen.
Het opslaan in het systeemgeheugen met
De initialisatie is afgerond, de besturingskast laadt het programmageheugen.
Bij specifieke installaties moet de laagdikte voor het vooralarm en het alarm volgens de meegeleverde documentatie in de
besturingskast worden aangepast.
Daarna is de installatie bedrijfsklaar.
5.2
Instellingen uitvoeren
Rustperiode/meetinterval instellen
De laagdikte kan alleen betrouwbaar worden gemeten als er geen water in de vetafscheider stroomt, bijvoorbeeld als de
keuken niet in gebruik is. Het dagelijks terugkerende meetinterval moet tijdens deze rustperiode worden ingesteld. Als tij-
dens het meetinterval de keuken wordt gebruikt, krijgt de besturingskast ongeldige resultaten door. Als tijdens het meetinter-
val langere tijd ongeldige resultaten worden doorgegeven, wordt er een ongeldige laagdikte ("--") getoond en in het menu
1.7 Meetgegevens|
ingevoerd.
De dagelijkse rustperiode van de keuken bepalen.
Op de besturingskast via
(wachtwoord: 1000).
Het begin en het einde van het meetinterval instellen en met OK bevestigen.
De sensor kalibreren
Zorgen dat de afscheider tot het rustniveau met schoon water is gevuld.
De sensor kalibreren.
De waarde met "OK" bevestigen.
De sensor moet na elke lediging opnieuw worden gekalibreerd.
016-283
|Standaard|
|OK|
bevestigen.
|Instellingen|
|Parameters|
en
Inbouw- en bedieningshandleiding
|Nominale grootte|
,
|Kalibratie|
moet zijn uitgevoerd met schoon
|Meetinterval|
naar het menupunt
correct worden opgegeven.
|
gaan
69 / 96