Condensatie
Als u de projector snel van een koude naar
een warme ruimte brengt of deze op een
wintermorgen in een ruimte plaatst waar
de verwarming net werd ingeschakeld, kan
er condens gevormd worden op het
oppervlak van of binnenin de projector. Als
er condensvorming optreedt, mag u de
projector pas inschakelen als de condens
verdwenen is. Als u de projector toch
gebruikt terwijl er condens gevormd is, kan
dit storingen veroorzaken.
Ventilatieopeningen
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
(aanvoer/afvoer) niet afgedekt zijn. Als de
ventilatieopeningen afgedekt zijn, zal de
warmte in het toestel toenemen, met
brand of storingen als gevolg. Neem het
volgende in acht om voor een goede
ventilatie te zorgen:
– Plaats het toestel niet dicht bij muren en
voorwerpen.
80
NL
– Gebruik geen afdekkingen die de
ventilatieopeningen kunnen blokkeren.
– Zet het toestel niet op een zachte doek,
papieren documenten, een dik tapijt of
papiersnippers. Deze kunnen in het
toestel gezogen worden en de
aanvoeropeningen blokkeren.
• Breng je hand of een voorwerp niet in de
buurt van de afvoeropeningen. Dit kan
namelijk brandwonden of vervorming
veroorzaken.
Projectievenster
• Kijk nooit in het projectievenster. Het licht
kan uw ogen beschadigen.
• Blokkeer nooit het projectievenster. Het
licht van de projector zal het blokkerende
voorwerp opwarmen, met slijtage,
vervorming, brandwonden of vuur als
mogelijke gevolgen.