5
Schuif de sensorkabels voor de hartslagmeter (24) door de opening in de stuurstang (4) en trek
deze er aan de bovenkant van de stuurstang (4) uit. Bevestig het stuur (5) op de stuurstang (4)
met de veerringen (25), de platte ringen (33) en de bouten (26). Bevestig de stuurklem (27) op
het stuur (4).
Fit the Pulse sensor wires (24) through the hole of Handlebar post (4), and then pull out from
the top of the Handlebar post (4). Fix the Handlebar (5) onto the Handlebar post (4) with Spring
washer (25), Flat washer (33) and Bolt (26). Cover the Handlebar chuck cover (27) onto the
Handlebar (4).
Faites passer les fils du capteur de fréquence cardiaque (24) dans l'orifice de la tige du guidon
(4) et faites-les sortir de l'extrémité supérieure de la tige du guidon (4). Fixez le guidon (5) sur la
tige du guidon (4) à l'aide des rondelles à ressort (25), des rondelles plates (33) et des boulons
(26). Placez le support de fixation du guidon (27) sur le guidon (4).