MAAISELRICHTERKNOP
De maaiselrichterknop [1]
regelt het opvangen in
zak, mulchen, en afvoer
aan de achterkant. De
knop heeft tien
instelmogelijkheden.
VOORDAT U GAAT MAAIEN
BENT U KLAAR OM TE MAAIEN?
Draag beschermende kleding. Een lange broek en oogbescherming
kunnen het risico op letsels veroorzaakt door weggeslingerde
voorwerpen, verminderen. Draag schoeisel dat uw voeten beschermt
en dat een stevige grip biedt op hellingen of oneffen terrein.
HET GAZON INSPECTEREN
Inspecteer voor uw eigen veiligheid en die van anderen altijd eerst het
te maaien oppervlak.
Voorwerpen
Alles dat kan worden opgepakt door het snijmiddel en wordt gegooid,
is een potentieel gevaar voor u en anderen. Zoek naar dingen zoals
stenen, stokken, botten, speelgoed en draad. Verwijder ze uit het
maaigebied.
Mensen en dieren
Mensen en dieren nabij het te maaien oppervlak kunnen in de baan
van de gazonmaaier komen of in een positie waar ze geraakt kunnen
worden door weggeslingerde voorwerpen. Zorg dat zich geen
mensen, en vooral geen kinderen, of huisdieren in de buurt bevinden.
Hun veiligheid is uw verantwoordelijkheid.
Gazon
Kijk hoe hoog het gras is en hoe het er bij staat om de maaihoogte en
de snelheid te bepalen.
Maai het gras niet als het nat is. Niet alleen raakt het maaidek
daardoor verstopt en klontert het gemaaide gras op het gazon, maar
nat gras geeft ook weinig grip en vergroot het risico dat u uitglijdt.
DE MAAIER CONTROLEREN
Messen
1. Stop de motor.
HYE: Zet de gashendel in de
STOP-stand (bladzijde 5).
HZE: Draai de sleutel naar de
UIT-positie (bladzijde 5).
2. Draai de brandstofkraan
DICHT (bladzijde 5).
3. Maak de bougiekap los van
de bougie (bladzijde 14).
4. Kantel de maaier om naar rechts zodat de brandstofdop naar
boven is gericht. Zo help u lekken voorkomen, en vermijdt u dat er
motorolie doorsijpelt in de luchtfilter en dat de motor moeilijk start.
5. Controleer de snijbladen [2]
op beschadigingen, barsten
en overmatige roest of
corrosie.
6
[1]
[2]
NORMAL
VERSLETEN
Het mes is scherp en draait zeer snel rond.
Een ronddraaiend mes kan u ernstig verwonden en
vingers en tenen amputeren.
• Draag beschermend schoeisel.
• Houd handen en voeten uit de buurt van het
maaidek zolang de motor draait.
• Zet de motor altijd af voordat u instellingen
verandert en inspectie of onderhoud uitvoert.
Een bot mes kan geslepen worden, maar een mes dat versleten,
verbogen of gescheurd is moet vervangen worden. Afbrekende
stukken van een versleten of beschadigd mes kunnen uit de maaier
geslingerd worden.
Breng de gazonmaaier naar een geautoriseerde Honda-dealer om
messen te laten slijpen of vervangen. Als u een momentsleutel hebt,
kunt u zelf messen demonteren en monteren.
Controleer of de mesbouten [2] goed zijn aangedraaid (bladzijde 16).
Oliepeil
Zet de motor uit en plaats de maaier op een vlakke ondergrond als u
het oliepeil gaat controleren.
Gebruik alleen olie voor viertaktmotoren met de aanduiding SH of
vergelijkbare mengsels met een hoog detergensgehalte. Gebruik olie
met een viscositeit die geschikt is voor de gemiddelde
buitentemperatuur.
[1]
SAE 10W-30 wordt aanbevolen
voor algemeen gebruik. Mengsels
met een andere viscositeit zijn
geschikt voor gebruik bij een
gemiddelde buitentemperatuur
zoals aangegeven in onderstaande
grafiek.
We adviseren het gebruik van originele Honda-olie om de prestaties
van het emissiecontrolesysteem op peil te houden.
OPMERKING
OPMERKING
• Starten van de motor bij een laag oliepeil kan de motor
beschadigen.
• Gebruik van olie met een laag detergensgehalte kan de levensduur
van de motor verkorten, en gebruik van tweetaktmengsels kan de
motor beschadigen.
NEDERLANDS
VERBOGEN
GESCHEURD
WAARSCHUWING
0
20
-20 -10
NORMAL
VERSLETEN
30
5W-30 • 10W-30
40
60
80
100°F
0
10
20
30
40°C