9.
De draadloos-eenheid kan elektromagnetische
velden genereren, maar deze zijn niet schade-
lijk voor de gebruiker.
10. De draadloos-eenheid is een nauwkeurig
instrument. Wees voorzichtig dat u de draad-
loos-eenheid niet laat vallen of ergens tegen-
aan stoot.
11.
Raak de aansluitpunten van de draadloos-een-
heid niet aan met blote handen of metaalach-
tige materialen.
12. Verwijder altijd de accu uit het apparaat wan-
neer u de draadloos-eenheid erin aanbrengt.
13. Open de afdekking van de gleuf niet op plaat-
sen waar stof of vocht in de gleuf kan binnen-
dringen. Houd de ingang van de gleuf altijd
schoon.
14. Breng de draadloos-eenheid altijd in de juiste
richting aan.
15. Druk niet te hard op de knop voor draadloos
inschakelen op de draadloos-eenheid en/of druk
niet op de knop met een scherp voorwerp.
16. Sluit altijd de afdekking van de gleuf tijdens
gebruik.
17. Verwijder de draadloos-eenheid niet uit de
gleuf terwijl voeding wordt geleverd aan het
gereedschap. Als u dit doet, kan een storing
optreden in de draadloos-eenheid.
18. Verwijder de sticker op de draadloos-eenheid niet.
19. Plak geen stickers op de draadloos-eenheid.
20. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats waar statische elektriciteit of elektrische
ruis kan worden gegenereerd.
21. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats die is blootgesteld aan hoge tempe-
raturen, zoals in een auto die in de zon staat
geparkeerd.
22. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats met veel stof of poeder, of op een plaats
waar corrosief gas kan worden gegenereerd.
23. Door een plotselinge verandering in tempe-
ratuur kan condens op de draadloos-eenheid
worden gevormd. Gebruik de draadloos-een-
heid niet voordat de condens volledig is
verdampt.
24. Veeg de draadloos-eenheid voorzichtig
schoon met een droge, zachte doek. Gebruik
geen wasbenzine, thinner, geleidend vet en
dergelijke.
25. Bewaar de draadloos-eenheid in de bijgele-
verde doos of een antistatische container.
26. Breng geen andere apparaten dan een draad-
loos-eenheid van Makita aan in de gleuf van
het gereedschap.
27. Gebruik het gereedschap niet als de afdekking
van de gleuf beschadigd is. Water, stof en vuil
die in de gleuf binnendringen, kunnen een storing
veroorzaken.
28. Trek en draai niet meer dan nodig is aan de
afdekking van de gleuf. Plaats de afdekking
terug als deze los komt van het gereedschap.
29. Vervang de afdekking van de gleuf als deze
verloren of beschadigd is.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is uitge-
schakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens de
functies op het gereedschap af te stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, kun-
nen deze uit uw handen glippen en het gereedschap of de accu
beschadigen, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
► Fig.1: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant
van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met
de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats.
Steek de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan. Als
de accu niet gemakkelijk in het gereedschap kan wor-
den geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.2: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
73 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.