randen of wanneer draaiend gereedschap te-
rugspringt, kan het vast komen te zitten, waar-
door de controle over het gereedschap verloren
wordt en een terugslag ontstaat.
- Monteer geen kettingzaag of getande zaag-
bladen voor het zagen van hout. Zulke bladen
veroorzaken vaak een terugslag en verlies van
controle over het gereedschap.
Speciale veiligheidsinstructies voor het borstelen
- Wees u ervan bewust dat ook bij normaal ge-
bruik draden van de borstel kunnen worden
weggeslingerd. Belast de draden niet te zeer
door te veel van de borstel te vergen. De draden
kunnen gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
- Indien het gebruik van een beschermkap voor
de draadborstels is vereist, zorg er dan voor
dat er geen contact plaatsvindt tussen de
draadborstel/-schijf en de beschermkap. De
diameter van de draadborstels/-schijven kan
groter worden door arbeids- en middelpunt-
vliedende krachten.
5.3 Emissiewaarden
De volgens EN 60745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogenniveau
Meetonzekerheidstoeslag
WAARSCHUWING
Door het geluid dat tijdens het bewerken ont-
staat, raakt het gehoor beschadigd.
Draag gehoorbescherming!
Totale trillingswaarden a
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
Draadborstel
Kunststofborstels
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepas-
singen, met ander inzetgereedschap of bij on-
voldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stil-
standtijden van de machine in acht!
89 dB(A)
100 dB(A)
K = 3 dB
(vectorsom van drie
h
a
= 7,1 m/s²
h
K = 1,5 m/s²
a
= 2,7 m/s²
h
K = 1,5 m/s²
6
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje van de machine overeen te stem-
men.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van 120
V/60 Hz worden ingezet.
De machine bezit een vergrendelbare in-/uit-
schakelaar [1-1] met inschakelblokkering [1-2].
Om de schakelaar te kunnen bedienen, moet
eerst de inschakelblokkering opgeheven worden
door er met de duim op te drukken. Wanneer u na
aanloop van de machine de inschakelblokkering
kort ingedrukt houdt, wordt de schakelaar bij een
lopende motor vergrendeld. De motor schakelt
uit wanneer u de in-/uit-schakelaar nogmaals
indrukt.
7
Instellingen aan de machine
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schok-
ken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1 Elektronica
De machine bezit een volledige golfelektronica
met de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
voor een stootvrije aanloop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (14) traploos
tussen 800 en 4000 min
De volgende tabel geeft u een richtlijn met welke
elektronica-stand u op het materiaal afgestemd
werkt. De overgangen zijn vanzelfsprekend vloeiend.
ingesteld worden.
-1
35