Instellen Van Het Audio-Ingangsniveau; Veranderen Van De Aftastfunctie; Veranderen Van De Beeldkarakteristieken - JVC UX-G68 Manuel D'instructions

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Instellen van het audio-ingangsniveau

Indien het geluid van het component dat is verbonden met de
Indien het geluid van de AUX aansluiting te hard of te zacht
is bij het veranderen van een bron naar "AUX", kunt u het
audio-ingangsniveau voor de AUX aansluiting instellen
(zonder het volumeniveau te veranderen).
Met "AUX" als bron gekozen...
DVD/AUX
LEVEL
AUX LVL1
AUX LVL1 Kies wanneer het geluid te hard klinkt met
"AUX LVL2" gekozen. Deze instelling wordt
aanbevolen indien u andere audio-apparatuur
dan draagbare audio-apparatuur met de AUX
aansluiting heeft verbonden.
AUX LVL2 Kies wanneer het geluid te hard klinkt met
"AUX LVL3" gekozen.
AUX LVL3 Kies voor het luisteren naar draagbare audio-
apparatuur (fabrieksinstelling).

Veranderen van de aftastfunctie

Dit systeem is geschikt voor progressieve aftasting.
Kies de videosignaalfunctie in overeenstemming met het
type van de aangesloten TV. Indien u een progressieve TV
via de VIDEO OUT aansluitingen verbindt, kunt u beelden
met hoge kwaliteit van de ingebouwde DVD-speler bekijken
door "PROGRE" te kiezen.
SCAN MODE
9
(houd ingedrukt...)
RGB
Voor een conventionele TV.
Kies voor het versturen van
composietvideosignalen of RGB-signalen via
de SCART aansluiting.
Y/C
Voor een conventionele TV.
Kies voor het versturen van S-videosignalen
via de SCART aansluiting.
PROGRE Voor een progressieve TV.
Kies voor weergave van een progressief
afgetast beeld via de Video Component
uitgangsaansluiting.
• De PRGR. indicator licht op.
13
Remote
ONLY
AUX LVL2
AUX LVL3
Remote
INFO
ONLY
RGB
Y/C
PROGRE
ENTER/SET

Veranderen van de beeldkarakteristieken

• Tijdens weergave van een beeld op de TV kunt u de reeds
vastgelegde beeldkarakteristieken kiezen of deze verder
naar wens afstellen en vastleggen.
Kiezen van reeds vastgelegde
beeldkarakteristieken
1
Toon tijdens weergave het VFP-instelscherm.
VFP
10
(houd ingedrukt...)
2
Kies de beeldkarakteristieken.
PTY
PTY
NORMAL
Kies normaliter dit.
CINEMA
Geschikt voor een filmbron.
USER1/USER2
U kunt de diverse parameters instellen
en deze instellingen vastleggen.
Voor het verwijderen van het scherm, drukt u nogmaals op
VFP terwijl u SHIFT indrukt.
Instellen van de beeldkarakteristieken
1
Kies "USER1" of "USER2".
• Volg stappen 1 en 2 zoals hierboven uitgelegd.
2
Kies de in te stellen parameter.
TV CH
TV CH
GAMMA
Stel in indien de neutrale kleur te
licht of te donker is (–3 t/m +3).
BRIGHTNESS
Stel in indien het gehele beeld te licht
of te donker is (–8 t/m +8).
CONTRAST
Stel in indien de positie van veraf en
dichtbij onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SATURATION
Stel in indien het beeld te wit of te
zwart is (–7 t/m +7).
TINT
Stel in indien de huidskleur
onnatuurlijk is (–7 t/m +7).
SHARPNESS
Stel in indien het beeld onscherp is.
(–8 t/m +8).
Remote
ONLY
NORMAL
0
GAMMA
0
BRIGHTNESS
0
CONTRAST
0
SATURATION
TINT
0
SHARPNESS
0
Op de TV
NORMAL
CINEMA
USER2
USER1
ENTER/SET

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières