3) kleine ronde kegel / 4) kleine brede kegel
– ter behandeling van oppervlakken van dikke teennagels en voor
– het verwijderen van nagelriem.
Begin aan een kant van de nagel, en beweeg het apparaat langzaam naar de
andere kant en weer terug. Let erop, dat u het opzetstuk niet te ver onder de
nagelriem drukt, om letsels te vermijden.
5) polijstkegel
– voor het polijsten van vingernageltoppen en oppervlakken na de
behandeling.
Beweeg de polijstkegel met gelijkmatige bewegingen. Behandel een plek niet
te lang, om opwarming door wrijving te voorkomen.
6) grote slijpschijf / 7) fijne slijpschijf
– voor het vijlen en vormen van vinger- en teennagels.
Zet de slijpschijf verticaal op de vingernagel aan en behandel deze met
gelijkmatige druk. Werk met langzame bewegingen. Blijf niet langer op een
plek staan, om onnodige verwarming door wrijving te vermijden.
14