Standaardfuncties
Rotatiemodus
De rotatiesnelheid kan worden geselecteerd met de rotatietoets en in het menu van de RC402N.
Kort indrukken van toets Rotatie doorloopt de toerentallen 0, 10, 80, 200, 600 rpm, ongeacht of de laser zich
in de automatische of handmatige modus bevindt. Bij de selectie van 0 rpm stopt de laserstraal op de
tegenoverliggende zijde van het toetsenbord. Met de pijltoetsen „Rechts/links" kan de laserstraal
(bijv. voor het leggen van buizen voor de laseropbouw „Boven de schacht op het statief") op de
asuitlijningskerven worden uitgelijnd. In de horizontale automatische modus kan het toerental met de
pijltoetsen Omhoog/Omlaag van 10 tot 80 rpm en vervolgens continu tot 600 rpm in 10 rpm-stappen
worden verhoogd/verlaagd.
Opmerking: Met de toets Zone-scan kan de rotatie van de straal worden gestopt.
Puntmodus
Bij 0 rpm wordt met de toetsen Links/Rechts de straal naar links of rechts verplaatst. Bij verticale configuratie op
0 rpm kunnen de toetsen Omhoog/Omlaag worden gebruikt om de straal met de klok mee/tegen de klok in te
verplaatsen en de rotorlibel uit te lijnen..
Scanmodus
Scanmodus kan worden geselecteerd met de scantoets en in het menu van de RC402N.
Kort indrukken van toets Scan doorloopt de vooraf ingestelde scanhoeken 5°, 15°, 45°, 90°, 180° en 0°
ongeacht of de laser zich in de automatische of handmatige modus bevindt. In de horizontale automatische
modus kan de lengte van de scanlijn met de pijltoetsen Omhoog/Omlaag in stappen van 5° vergroot/verkleind
worden. Indrukken en vasthouden van de pijltoetsen Links/Rechts verplaatst de lijn naar links/rechts. In de
verticale opbouw verplaatsen de pijltoetsen Omhoog/Omlaag de scanlijn rechtsom/linksom terwijl de
pijltoetsen Links/Rechts de lijn naar links/rechts verplaatsen.
De eerste 4 seconden verplaatst de scanlijn zich langzamer en daarna sneller.
Opmerking: Met de rotatieregelaar kan de scanmodus worden gestopt.
148