2. Installatie
2.2
Elektrische aansluitingen
NL
0-10V
S AMB C
+ -
4 3 2 1 2 1
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C
2 1
2 1
2 1
2 1
%
0
2
4
6
8
MODE
48
SCU
S AMB B
S AMB A
2 1
2 1
S DEP B
2 1
2 1
10
12
14
16
18
20
22
24
°C
A000851-B
WAARSCHUWING
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos
worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact.
2. Ga naar de elektronische printplaat SCU van de ketel.
¼ Zie de installatie- en onderhoudshandleiding van de ketel
(Hoofdstuk: Elektrische aansluitingen).
3. Sluit de afstandbediening aan op de bij de omgevingssensor van
een kring behorende klemmenstrook.
WAARSCHUWING
Plaats nooit in eenzelfde buis de draden van een sensor
(zeer lage spanning) samen met de draden met een voeding
van 230 V. De afstand tussen beide stroomdraden moet
minimaal 10 cm bedragen.
4. Zet de ketel onder spanning.
Bij de eerste keer onder spanning zetten toont de
afstandbediening alle segmenten van de display terwijl deze
synchroniseert met de verwarmingsketel.
AD257
12/02/2018 - 300020550-001-03