3. Systeeminstellingen
78
In de systeeminstelmodus kunt u de instellingen voor het systeem invoeren en verschillende
parameters voor de camera kiezen.
In de videomodus kunt u op de Aan-Uit/Modusknop drukken om de instellingen voor de op-
nameparameters (a) of de instellingen van het opnamesysteem (b) te selecteren. Om terug te
keren naar de videomodus, drukt u op de Sluiter/Bevestigingsknop (c) op het derde tabblad.
a
In de fotomodus kunt u op de Aan-Uit/
Modusknop drukken om de opnamepa-
rameterinstellingen (d) of de systeemin-
stellingen (e) te selecteren. Om terug te keren
naar de fotomodus, drukt u op de Sluiter/
Bevestigingsknop (f) op het derde tabblad.
DUTCH
b
c
d
e
f