Vortice HR 40 Mode D'emploi page 80

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 39
NEDERLANDS
tevens tegen bevriezing.
Bypass: doel van de bypass is het ventileren van de
woning zonder warmteoverdracht. De opening van de
bypassklep
maakt
buitenlucht mogelijk, waardoor deze niet door de
warmtewisselaar hoeft te stromen. De uit de woning
afkomstige luchtstroom blijft echter wél door de
warmtewisselaar stromen.
In het toestel kan de bypassklep op twee manieren
worden geopend:
Hansmatig, door te drukken op de knop MODE
SUMMER op de afstandbediening;
Automatisch, wanneer het apparaat in de modaliteit
AUTO werkt; in dit tweede geval gaat de klep open door
T ext > 15°C als een van de volgende omstandigheden
zich voordoet:
• als T int > T set en T ext ≤ T int
of
• als T int ≤ T set en T ext > T int
(T set
=
binnentemperatuur
afstandsbediening ingestelde)
De
by-passklep
wordt
automatisch gesloten.
Automatische ontdooiing: het toestel is voorzien van
een automatisch mechanisme dat ijsvorming binnen de
warmtewisselaar voorkomt. Dit mechanisme bestaat uit
een klep die vermenging mogelijk maakt van
instromende koude lucht met de warme lucht in de
ruimte waar het toestel zich bevindt. De procedure van
bescherming van het toestel tegen vorst kan als volgt
worden samengevat:
de klep begint automatisch open te gaan ; gelijktijdig
voert de ventilator die lucht van buiten naar binnen
brengt zijn snelheid op om zich aan te passen aan de
grotere hoeveelheid behandelde lucht.
In het geval dat deze werkwijze niet toereikend blijkt,
neemt de snelheid van de ventilator geleidelijk weer af,
om de toevoer van voor verwarming nodige warmte
terug te brengen.
Als ook dat niet afdoende blijkt, wordt de snelheid van
de tweede ventilator, die de warme lucht afvoert,
opgevoerd, zodat de beschikbare warmte toeneemt,
terwijl de invoerventilator op minimale snelheid blijft
draaien.
Als tenslotte ook dit niet genoeg is vanwege zeer
strenge externe klimaatcondities, dan komt, als het
toestel niet is voorzien van een optionele weerstand (zie
hieronder), de invoerventilator van de buitenlucht tot
stilstand en gaat de klep dicht, terwijl de ventilator die
vuile lucht uitstoot blijft werken.
Na een zeker verloop van tijd wordt de invoerventilator
weer
op minimale snelheid gestart, waarbij de klep
weer opengaat en de externe condities worden
gemeten; is de temperatuur in de tussentijd gestegen
boven de kritische grens, dan worden de hierboven
beschreven stappen opnieuw, maar nu in omgekeerde
volgorde uitgevoerd.
Wanneer echter de optionele elektrische weerstand is
gemonteerd, die zich in de toevoer van verse lucht
80
directe
toestroming
vooraf
in
de
andere
bevindt voor de warmtewisselaar, dan garandeert het
automatisch aangaan ervan voor een zo kort mogelijke
periode die autonoom door het systeem wordt
van
de
berekend, dat het doel in elk geval wordt bereikt.
BELANGRIJK : let erop dat geen voorwerpen zich in de
onmiddellijke nabijheid van de vorstbeschermingsklep
bevinden, want hierdoor kan de werking worden
belemmerd.
Filters
/
Twee F5-filters, die zich binnen in de aan- en
afvoerkanalen bevinden in de nabijheid van de
warmtewisselaar
verwijdering van het voorpaneel, beschermen de
wisselaar tegen ongerechtigheden die zich in de vuile
lucht bevinden en voorkomen invoer van verontreinigde
lucht in de woonruimten.
Een derde filter, dat optioneel leverbaar is en dat van
klasse F7 kan zijn, kan worden ingebracht in de
met
de
aanvoerleiding na het F5-filter en voor aanvullende
filtering zorgdragen.
gevallen
De staat van vervuiling van de filters wordt voortdurend
door het systeem in de gaten gehouden ; dit gebeurt
geheel automatisch. De noodzaak van onderhoud en
vervanging wordt, afleesbaar op de display en door een
geluidssignaal, aangegeven op de afstandsbediening.
Sensoren
Het toestel is voorzien van drie temperatuursensoren,
van een sensor voor de relatieve vochtigheid, die een
andere temperatuursensor aanvult, en een sensor voor
het CO 2 –gehalte. Wanneer de sensor voor de relatieve
vochtigheid, de temperatuur en het CO 2 –gehalte een
waarde meten die boven de drempelwaarde ligt (de
gebruiker kan zelf die voor de temperatuur van de
bediende ruimten instellen), dan past de werking van het
toestel zich automatisch aan, om een klimaatconditie te
herstellen tot het normale of in elk geval naar een
toestand terug te brengen die overeenkomt met de
ingestelde.
BELANGRIJK
Voor de correcte werking van de CO 2 -sensor heeft het
apparaat een zelfleerperiode nodig van een geschatte
gemiddelde duur van 24 uur.
en
die
bereikbaar
zijn
door

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières