10 Reiniging en verzorging
38
39
10.2 Borstels verwijderen en reinigen
40
Op de zuiginlaat (aan de onderkant van het apparaat) bevin-
den zich 2 sensoren, die geactiveerd worden, als de zuigin-
laat sterk verontreinigd is (afb. 38).
In dat geval het gedeelte om de zuiginlaat bijv. met een stof-
zuiger grondig reinigen.
Bij het plaatsen van het stofreservoir en de afdekking erop
letten, dat de sensoren geactiveerd worden (afb. 38).
5. Afdekking aanbrengen (afb. 39).
1. Ervoor zorgen, dat het apparaat uitgeschakeld en de
voeding niet aangesloten is.
2. Apparaat voorzichtig op de bovenkant leggen, zodat de
onderkant toegankelijk is.
3. Borstels verwijderen zoals weergegeven (afb. 40).
4. Haren en vuil uit de borstels verwijderen. Indien nodig,
hiervoor voorzichtig een schaar of pincet gebruiken.
5. Borstels onder water afspoelen.
6. Haren en vuil van borstelopname verwijderen.
7. Borstels weer aanbrengen.hoofdstuk „Borstels aan-
brengen", pagina 135
TIP: Indien borstelharen afgeknikt zijn, kunnen de borstels in
heet water ingeweekt worden, zodat ze hun oorspronkelijke
vorm aannemen.
155