05-715
Modus 2: 1-10V analoge sturing
Bij selectie van deze modus werkt de dimmer via een stroomstuur-
signaal van 1 tot 10V volgens de norm EN60929. Van 1 tot 10V
is een lichtregeling mogelijk van min. tot max. lichtintensiteit. De
intensiteit van de stroom die door de stuurkring vloeit, bepaalt het
lichtniveau. Als de ingangsspanning beneden de drempelspanning
ligt (±1,5V), blijft de aangesloten belasting uit. Als geen stuursignaal
is aangesloten, zal de aangesloten belasting oplichten op min.
lichtintensiteit. Als de ingangsspanning 10V bedraagt, zal de
aangesloten belasting oplichten op max. lichtintensiteit.
Na een spanningsonderbreking schakelt de dimmer terug in op
zijn vorige waarde. Zie fig. 4 en 6.
Modus 3: 1-knopsmodus
In de 1-knopsmodus hebben ingang 1 en ingang 2 verschillende en
onafhankelijke functies. Ingang 1 werkt als een 1-knops dimfunctie,
instelbaar met of zonder geheugen. Met ingang 2 is het mogelijk
om sferen te bewaren en op elk moment op te roepen.
Werking ingang 1 (aansluitklemmen 1 en 3): ingang 1 heeft een
1-knops dimwerking. Zie fig. 1.
Geheugenfunctie:
De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden.
De dimmer is standaard ingesteld in 1-knopsmodus met geheugen-
functie. Om de dimmer in te stellen zonder geheugenfunctie volstaat
het de bedieningstoets gedurende 10s ingedrukt te houden op max.
lichtniveau. Na 10s zal het licht van max. dalen tot 50% om aan te
duiden dat de geheugenfunctie uitgeschakeld is. Los de druktoets
6
NL