bevinden is de balk bij het diskettesymbool gevuld. Zo
niet, dan is hij leeg.
-WAARSCHUWING-
Dit kan duiden op een verlies van gegevens. Gegevens
die niet op de monitor zijn overgedragen, worden defini-
tief gewist.
Druk de pijltoets naar beneden, gevolgd door de beves-
tigingstoets, om te wissen, of de afbreektoets, om terug
te keren naar het instelmenu.
7.2.5 Quickscan
Quickscan kan gebruikt worden om snel de positie en
diepte van wapeningsijzers vast te stellen, die hierna op
de oppervlakte worden gemarkeerd. Dit wordt quick-
scan-detectie genoemd.
Een andere functie in Quickscan is de precieze diepte-
bepaling, waarbij eerst de ijzerdiameter en de ijzeraf-
stand moeten worden ingevoerd.
Als andere mogelijkheid kunnen de gegevens worden
opgeslagen en in de monitor of met behulp van de PC-
software worden geanalyseerd. Op deze manier kan de
gemiddelde overdekking van de wapening over lange
afstanden van het oppervlak worden bepaald. Dit wordt
quickscan-registratie genoemd.
-ATTENTIE-
De scanner registreert alleen wapeningsijzers die lood-
recht op de bewegingsrichting liggen. IJzers die parallel
lopen aan de bewegingsrichting worden niet geregistreerd.
Daarom dient ervoor te worden gezorgd dat het object
zowel in horizontale als in verticale richting wordt afgetast.
Bij ijzer dat schuin ten opzichte van de bewegingsrich-
ting ligt, wordt eventueel een verkeerde diepte berekend.
De scanner inschakelen. Automatisch wordt eerst het
quickscan-pictogram geselecteerd.
Kies in het hoofdmenu Quickscan.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070389 / 000 / 00
All manuals and user guides at all-guides.com
Het quickscan-beeldscherm wordt getoond.
4
1 – Diepte van de wapeningsijzers
2 – Afgelegde meetweg
3 – Signaalsterkte
4 – Instellingen: minimale diepte, aftastrichting,
7.2.5.1 Quickscan-detectie
Beweeg de scanner over het oppervlak. Wapeningsijzers
die loodrecht t.o.v. de bewegingsrichting liggen worden
geregistreerd. De afgelegde meetweg wordt opgenomen.
Bij de benadering van een wapeningsijzer neemt de sig-
naalsterkte toe, waarbij op het display dieptewaarden
kunnen verschijnen. Wanneer de scanner zich boven het
midden van een wapeningsijzer bevindt:
– Licht de rode LED op,
– Klinkt er een signaal,
– Bereikt de signaalsterkte-balk een maximum,
– Wordt de globale diepte weergegeven (min. waarde
van de diepteweergave = midden van het ijzer).
Het wapeningsijzer ligt op de middellijn van de scanner
en kan op het oppervlak met een PUA 70 markeerstift
worden gemarkeerd. De precisie van de dieptemeting
kan verhoogd worden wanneer wordt overgegaan op de
meetmodus met nauwkeurige dieptebepaling. Zie para-
graaf 7.2.5.2.
Wanneer de scanner over het oppervlak wordt bewogen
kan dit symbool verschijnen. Het geeft aan dat de scanner
te snel wordt bewogen om alle geregistreerde signalen te
verwerken. De maximale snelheid bedraagt 0,5 m/s. Wan-
neer het symbool verschijnt tijdens een quickscan-detec-
tie, druk dan de bevestigingstoets in en herhaal de meting.
2
3
1
ijzerdiameter, ijzerafstand
nl
149