NEDERLANDS
LEES ONDERSTAANDE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG EN
VOLLEDIG DOOR VOORDAT U DIT INSTRUMENT GEBRUIKT. JUIST
GEBRUIK IS BELANGRIJK VOOR EEN GOEDE WERKING VAN HET
PRODUCT.
GEBRUIKERSPROFIEL:
De gebruiker moet in staat zijn om:
• De instructies, waarschuwingen en aandachtspunten te lezen en te begrijpen.
BEDOELD GEBRUIK/INDICATIES: Postoperatieve immobilisatie na
hersteloperatie van de rotatormanchet, Bankart-procedures, capsular shift,
glenohumerale dislocatie/subluxatie, beschadiging en hersteloperaties van weke
delen.
CONTRA-INDICATIES: Geen.
WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN: Neem onmiddellijk
contact op met uw arts als u pijn, zwelling, gevoelsveranderingen of andere
ongewone reacties ondervindt terwijl u dit product gebruikt.
INFORMATIE OVER HET AANBRENGEN:
Om zeker te zijn van een goede pasvorm dient het product voor de operatie
aangepast te worden. Het product wordt geleverd met banden en armsteun in de
positie voor een rechterschouder/-arm. U kunt het product ook geschikt maken voor
een linkerschouder/-arm: maak de armsteun los van het abductiekussen, draai het
kussen om zodat de taillegesp aan de voorkant komt, bevestig de armsteun met het
klittenband aan de buitenkant van het kussen.
ULTRASLING IV:
1. Maak de tailleband op het kussen en de onderarmband (ii) op de armsteun
los. Maak de schouderband (iii) los door de snelkoppelingsgespen aan de
voorkant van de armsteun te openen (afb. A).
2. Plaats het kussen op taille-/heuphoogte aan de zijde van het letsel, met
de elleboog 90° gebogen. Breng de smalle kant van het kussen achter de
onderarm/elleboog. Breng de tailleband achter de rug langs en bevestig deze
aan de gesp aan de voorkant van het kussen (afb. B). Trek de band aan en knip
hem zo nodig af voor een goede pasvorm.
3. Plaats de onderarm in de armsteun met de arm zover mogelijk achterin (afb.
C). Zet de duimband (i) aan de voorkant van de armsteun vast tussen de duim
en wijsvinger. Bevestig de onderarmband (ii) aan armsteun en kussen (afb. D).
4. Steek uw vrije arm achter uw lichaam door schouderband B en C (afb. E). Dit
gaat net als bij een rugzak. Een band ligt over de gezonde schouder (bij het
sleutelbeen) en de andere onder de arm (banden B en C). Trek de band aan en
knip hem zo nodig bij voor een goede pasvorm.
5. Doe de schouderband A door de O-ring aan de voorkant van de armsteun.
Stel ALLE banden zodanig af dat ze de geblesseerde schouder goed
stabiliseren (afb. F). Verwijder de Y-tabs aan de uiteinden van de banden en
knip de banden op lengte af. Plaats de Y-tabs terug en bevestig de banden.
ULTRASLING IV AB:
1. Maak de tailleband op het kussen en de onderarmband (ii) op de armsteun los.
Maak de schouderband (iii) los door de snelkoppelingsgespen aan de voorkant van
de armsteun te openen (afb. A).
2. Plaats het grote kussen onder de aangetaste plek met de hoek van 45° naar
boven wijzend. Maak de armsteun vast aan het kussen. Leg de haak-en-oogband
evenwijdig en maak hem vast aan de gesp aan de voorkant van het kussen (afb.
B). Trek de band aan en knip hem zo nodig af voor een goede pasvorm.
3. Plaats de onderarm in de armsteun met de arm zover mogelijk achterin
(afb. C). Zet de duimband (i) aan de voorkant van de armsteun vast tussen duim
en wijsvinger. Bevestig de onderarmband (ii) aan armsteun en kussen (afb. D).
12