NEDERLANDS
Hoofdstuk
1.1
Inleiding .................................... 54
2.1
Gegevens van de
omkeerinrichting ....................... 54
3.1
Beschrijving .............................. 54
4.1
Installatie .................................. 54
5.1
Bediening ................................. 55
6.1
Onderhoud ............................... 56
7.1
Storingen .................................. 57
8.1
Technische gegevens ............... 58
9.1
Garantie.................................... 60
10.1
Lijst van aanbevolen
vloeistoffen ............................... 82
11.1
Installatietekeningen................. 83
12.1
Dealerlijst.................................. 84
13.1
Warranty Card .......................... 95
1.1
Inleiding
1.1.1 VERANTWOORDE-
LIJKHEDEN VAN DE
KLANT
De klant/gebruiker is verantwoordelijk
voor het uitvoeren van de noodzakelijke
veiligheidscontroles om te verzekeren
dat smering, koeling, onderhoud en
aanbevolen procedures strikt worden
uitgevoerd om veilig en probleemloos
gebruik te waarborgen.
Voor alle keerkoppelingen geldt een
beperkte garantie. Daarom: dienen
met betrekking tot het omgaan met
de keerkoppelingen de instructies
uit deze handleiding strikt te worden
opgevolgd.
LET OP!
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor eventuele schade of verliezen
veroorzaakt door onjuiste instal-
latie, verkeerde bediening van de
apparatuur en/of gebrekkig onder-
houd. De klant dient te verzekeren
dat het optreden van eventuele
externe krachten, alsmede van tril-
lingen veroorzaakt door torsie en
buiging, wordt voorkomen. De in-
teractie tussen motor, as en schroef
kan leiden tot torsietrillingen die een
hamerend geluid veroorzaken en de
motor en/of de keerkoppeling kun-
nen beschadigen. De leverancier is
niet aansprakelijk voor dergelijke
torsietrillingen, die inherent zijn aan
de installatie.
54
Plus d'informations sur : www.dbmoteurs.fr
Gebruik en onderhoud ZF 4-1 M / ZF 30 M
Deze handleiding omvat onder andere
de volgende drie hoofdstukken:
1.1.2 BESCHRIJVING
In dit gedeelte wordt een korte beschrij-
ving gegeven van werking, bediening
en ontwerp van de ZFM.
1.1.3 BEDIENING
In dit gedeelte worden de bedienings-
procedures en alle benodigde veilig-
heidsmaatregelen beschreven.
1.1.4 ONDERHOUD
In dit gedeelte worden alle onder-
houds- en servicewerkzaamheden
beschreven die moeten worden uitge-
voerd door de gebruiker. Wanneer in
deze handleiding de termen "rechts,
links, stuurboord, bakboord" worden
gebruikt, hebben deze altijd betrekking
op de geïnstalleerde keerkoppeling in
voorwaartse bewegingsrichting. Op
belangrijke informatie m.b.t. techni-
sche betrouwbaarheid en bedrijfsvei-
ligheid wordt de aandacht gevestigd
door de volgende woorden:
WAARSCHUWING
Als deze procedure, voorwaarde,
aanwijzing etc. niet strikt in acht
wordt genomen, kan dit resulteren
in persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP!
Als deze procedure, voorwaarde,
aanwijzing etc. niet strikt in acht
wordt genomen, kan dit resulteren
in beschadiging of vernieling van
apparatuur.
OPMERKING: Heeft betrekking op
technische eisen waaraan de ge-
bruiker van de apparatuur speciale
aandacht moet schenken.
De woorden WAARSCHUWING, LET
OP! en OPMERKING staan altijd
voor de tekst waarop zij betrekking
hebben.
2.1
Gegevens van de
omkeerinrichting
Het identifi catieplaatje is op de om-
keerinrichting aangebracht.
In Fig. 1 is een voorbeeld van een
identifi catieplaatje afgebeeld:
A Serienummer van de omkeerin-
richting.
B Code van de overbrenging.
C Overbrengingsverhouding voor
schoep die in dezelfde richting als
de motor draait.
D Overbrengingsverhouding voor
schoep die in tegengestelde rich-
ting van de motor draait.
E Ieder jaar wordt er een andere
opeenvolgende letter toegekend.
F
ype omkeerinrichting.
Betekenis van de aanduidingen van
de omkeerinrichtingen:
G ype omkeerinrichting.
H Grootte van de omkeerinrichting
I
Versie van de omkeerinrichting
3.1
Beschrijving
ZF M-keerkoppelingen zijn automa-
tisch geregelde schroefwieloverbren-
gingen.
Ze zijn stevig van constructie en uiterst
betrouwbaar. Desondanks is het es-
sentieel dat de gebruiker de volgende
instructies m.b.t. installatie, bediening
en onderhoud in acht neemt. Wan-
neer dit wordt nagelaten of wanneer
ongeoorloofde aanpassingen aan
de keerkoppeling plaatsvinden, komt
hierdoor elke aanspraak op garantie
te vervallen. Bij de fabrikant is een
onderhoudshandleiding verkrijgbaar.
Fig. 2:
1) Warmtewisselaar
2) Uitgangsfl ens
3) Identifi catieplaat
4) Activeringshendel
5) Beugel afstandsbediening
6) Schijf
7) Ingangsas
8) Oliepeilstok
4.1
Installatie
Bij montage van de ZFM keerkoppeling
dient speciale aandacht te worden ge-
schonken aan de volgende punten:
• Installeer een geschikte dempende
koppeling tussen de motor en de
keerkoppeling.
• SCHUINE STAND: (Fig. 3):
De positie van de transmissie mag,
ten opzichte van de ingangsas, niet
meer dan 20° zijn (15° voor ZF MIV),
in continu bedrijf.
De toegestane zijwaartse schuin-
stand kan bij de fabrikant worden
opgevraagd.