2.
Draai de functiekeuzeschakelaar in de positie "Boor-
hameren" tot hij vergrendelt. Tijdens bedrijf mag
er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden ge-
draaid.
3.
Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
4.
Breng het accu-pack in.
5.
Plaats het apparaat met de boor op het gewenste
boorpunt.
6.
Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met
een laag toerental, tot de boor in het boorgat ge-
centreerd is).
7.
Om met volledige capaciteit verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
8.
Oefen zoveel aandrukkracht uit dat deze in overeen-
stemming is met de ondergrond, hierdoor bereikt u
nl
een optimale voortgang bij het boren.
9.
Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren
van gaten het toerental kort voor de doorslag te
reduceren.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Voor het begin van de reinigingswerkzaamheden het
accu-pack verwijderen, om te voorkomen dat het
apparaat per ongeluk in bedrijf wordt genomen!
8.1 Verzorging van het gereedschap
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van
uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te
wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek. Controleer
of het insteekeinde van het gereedschap schoon en licht
ingevet is. Zo nodig dient u het insteekeinde te reinigen
en in te vetten.
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van
stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elasto-
meer.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven!
Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het
apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
8.3 Reiniging en vervanging van de stofkap
Reinig de stofkap bij de gereedschapopname regelma-
tig met een schone, droge doek. Wrijf de afdichtingslip
voorzichtig schoon en vet deze weer licht in met Hilti vet.
96
7.2.5 Aflezen van de laadtoestandaanduiding op
het accu-pack Li‑ion 12
AANWIJZING
Het is niet mogelijk om tijdens het werken de laad-
toestand op te vragen. Door het knipperen van LED 1
wordt weergegeven dat het accu-pack volledig ontladen
of te heet is (temperatuur >80 °C). In dit geval moet
het accu-pack in het laadapparaat worden gezet. Door
4 knipperende LED's wordt een overbelast of oververhit
apparaat weergegeven.
Het accu-pack Li‑ion beschikt over een laadtoestandaan-
duiding. Tijdens het laden wordt de laadtoestand weer-
gegeven door de aanduiding op het accu-pack (zie de
handleiding van het laadapparaat). In rusttoestand wordt
de laadtoestand na indrukken van een van de vergrende-
lingstoetsen van het accu-pack of bij het aanbrengen van
het accu-pack in het apparaat gedurende drie seconden
door de vier LED's weergegeven.
Zie hoofdstuk: 2.10 Laadtoestand van het Li‑ion accu-
pack
De stofkap beslist vervangen wanneer de afdichtingslip
beschadigd is. Met een schroevendraaier zijwaarts onder
de stofkap gaan en hem er naar voren uitdrukken. Draag-
vlak reinigen en een nieuwe stofkap opzetten. Stevig
aandrukken tot deze inklikt.
8.4 Verzorging van accu-pack Li‑Ion
Voorkom dat er vocht binnendringt.
Laad de accu-packs voor het eerste gebruik volledig op.
Om ervoor te zorgen dat het accu-pack de normale
levensduur bereikt, dient u het niet meer te ontladen
zodra het vermogen duidelijk vermindert.
AANWIJZING
Gebruikt u het apparaat nog langer, dan wordt het ont-
laden automatisch beëindigd voordat er cellen kunnen
worden beschadigd.
Laad het accu-pack op met de goedgekeurde Hilti-
acculaders voor Li‑Ion accu-packs.
AANWIJZING
- Het is niet nodig om het accu-pack een opfrislading te
geven, zoals bij NiCd of NiMH.
- Wanneer het laden wordt onderbroken, beïnvloedt dit
de levensduur van het accu-pack niet.
- Het laden kan nu worden gestart zonder dat de le-
vensduur wordt beïnvloed. Er is geen sprake van een
memory-effect, zoals bij NiCd of NiMH.
- De accu-packs kunnen het best volledig geladen en
zo koel en droog mogelijk worden bewaard. Het is
ongunstig om het accu-pack te bewaren bij hoge om-
gevingstemperaturen (achter ruiten). Hierdoor wordt de
levensduur van het accu-pack en het zelfontladings-
percentage van de cellen beïnvloed.
- Wordt het accu-pack niet meer volledig geladen, dan
is de capaciteit door veroudering of overbelasting ver-